Innofest
Author profile picture

Innofest timmert aan de weg met het idee festivallocaties te gebruiken om innovaties te testen. Het innovatie-stimuleringsprogramma wil alleen samenwerken met start-ups die duidelijk bijdragen aan een betere maatschappij. En door afbouw van Europese subsidie moet Innofest meer zelf de broek ophouden.

Zwarte Cross, TT Assen, Oerol en Noorderslag behoren tot de opvallende namen op een totaal van elf festivals waar Innofest opereert. Start-ups, in 2019 bij elkaar veertig, krijgen er de gelegenheid hun innovatie uit te proberen met festivalgangers als ‘proefkonijnen’ en in een drukke omgeving. Ook helpt Innofest mkb’ers die met vernieuwende producten komen.

De ene keer ondergaat een bezoeker een nieuwe vondst, de andere keer merkt die er weinig of niks van. De proeven variëren van een circulair toilet, augmented reality tegen eenzaamheid tot het optimaliseren van een stroomgrid met kunstmatige intelligentie, op basis van algoritmes die bepalen hoe het handigst stroomkabels van A naar B kunnen.

De nieuw aangetreden directeur Linda Vermaat weet er alles van. Ze is met een uitgebreid verleden in het festivalwereldje (zoals het Magneetfestival) en ervaring met start-ups (Postcode Lotteries Green Challenge) allesbehalve ‘een groentje’ voor het werk dat Innofest doet.

Directeur Linda Vermaat van Innofest. Foto Tom van Huisstede

‘Producten mogen falen’

„Innofest is er om prototypes te testen, om innovaties beter te maken. Producten mogen dus falen. We zijn er juist niet voor marketing, om een al goed werkende innovatie naamsbekendheid te geven.”

Nederland loopt voorop met het benutten van een festival als mini-maatschappij voor vernieuwende producten. Vermaat over de oorsprong: „Het waren in 2012 drie festivals in het noorden die inzagen dat deze evenementen ideaal zijn voor start-ups. Een living lab met veel mensen, flexibele organisaties en waarbij je door de kaartverkoop precies weet hoeveel mensen er binnen zijn. Een festival is ook overzichtelijk, afgesloten wat voordelen voor testen biedt.”

Intussen tonen Spanje en België interesse in de bezigheden van Innofest. De stichting gaat onder de nieuwe directeur een tikkeltje andere koers varen. Enerzijds omdat de grootste subsidiegever er na 2020 mee ophoudt, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

Amsterdams dancefestival DGTL met Innofest © DGTL
Amsterdams dancefestival DGTL met Innofest © DGTL

En Vermaat wil alleen duurzame initiatieven de kans geven. „Er zijn zoveel mondiale uitdagingen waar we als samenleving voor staan en tegelijkertijd zoveel interessante start-ups. Er zijn steeds meer kandidaten, zodat we keuzes kunnen maken. Nu gaan we alleen nog in zee met ondernemers die de wereld mooier maken. Door het aflopen van de Europese subsidie moeten we tevens meer geld uit de markt halen. Daarom heb ik de eerste maanden dat ik nu voor Innofest werk veel afspraken gemaakt. Er is al een deal met Regieorgaan SIA sinds januari. Het gaat om praktijkgericht onderzoek van hogescholen dat uitmondt in een innovatie of prototype. En mogelijk is samenwerking met het buitenland een verdienmodel.”

Geen kap Amazonewoud

Een betaalapp uitproberen valt niet meer onder de nieuwe koers. Wel twee boerenzonen die aan het experimenteren zijn met plaatselijke teelt van sojabonen zodat geen tropisch regenwoud in het Amazonegebied moet wijken. De melk van de bonen kan worden uitgeprobeerd in koffiebars tijdens Eurosonic Noorderslag.

En is er meer dan de aanname dat festivals goede proeflocaties zijn voor innovaties, bewijs? Er wordt verondersteld dat deze evenementen met hun eigeninfrastructuur die vergelijkbaar is met de ‘echte’ wereld -denk aan energievoorziening, sanitair of logisitiek- bij uitstek geschikt zijn voor startende ondernemers.

Vermaat: „Het werkt, is uit onderzoek van Rijksuniversiteit Groningen gebleken. Op deze manier innovaties testen is goed voor start-ups. Met meetmomenten voor, tijdens en na een festival zijn deelnemende start-ups vergeleken met soortgelijke ondernemingen die dit niet deden. Als je let op productverbetering en klantsegment scoren de start-ups op de festivals meer. Het traject geeft ondernemers beter inzicht in het eigen product en de behoeften van de markt. De Innofest-methode geeft starters het zelfvertrouwen dat onmisbaar is met een nieuw product de markt op te gaan. Ruim zeventig procent van de alumni geeft aan dat ze dankzij de begeleiding hun ondernemersvaardigheden hebben verbeterd. En tachtig procent wist door de test nieuwe klantsegmenten of klanten te identificeren. Het overgrote deel van de deelnemende ondernemers (85 procent) maakt de stap naar de markt.”

Innofest is niet de enige die festivals benut voor het uitproberen van nieuwe ontwikkelingen. Zo biedt Lowlands ook al enige jaren de gelegenheid er wetenschappelijk onderzoek te doen. Hier werd bijvoorbeeld een bril getest die het alcoholpercentage kan bepalen.