Author profile picture

IJskoud zeewater gaat ervoor zorgen dat de Finnen deze koude wintermaanden behaaglijk warm doorkomen. Helsinki is namelijk onlangs begonnen met een duurzaam verwarmingsproject waarbij zeewater wordt gebruikt om huizen te verwarmen. De plannen liggen er, maar het systeem nog niet. Het project zit de komende twee jaar nog in de ontwikkelingsfase. Dan gaat er nog eens vijf jaar overheen voordat het systeem volledig operationeel is. Het is ook niet bepaald goedkoop: 400 miljoen euro gaat het kosten.

Waarom we over dit onderwerp schrijven:

Fossielvrije energiebronnen spelen een grote rol in onze missie naar een duurzame samenleving voor 2030. Zeewater is er oneindig, dus is het niet gek om te denken dat hier een oplossing voor het energieprobleem is.

Heel Europa is hard op zoek naar nieuwe duurzame energiebronnen. Die moeten namelijk in 2030 volledig klimaatneutraal zijn. Helsinki is voor een groot deel afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Deze afhankelijk werd almaar sterker sinds de prijsstijgingen sinds de Russische invasie in Oekraïne. “Het project komt dus op een gevoelig moment”, aldus projectontwikkelaar Fernando Vara.

Nu wordt de meerderheid van de huishoudens in Helsinki verwarmd via een centraal verwarmingssysteem. Om warmte en stroom te kunnen produceren, maakt dit systeem gebruik van kolen en aardgas. “In 2021 waren fossiele brandstoffen zelfs goed voor meer dan 75 procent van de wijkwarmteproductie van de stad”, zo blijkt uit onderzoek van Helen, de grootste energiemaatschappij van Helsinki. Daar staat tegenover dat de nieuwe technologie ervoor moet zorgen dat 40 procent van de huishoudens op termijn kan stoken op zeewater.

Tot op de bodem uitzoeken

Het begint allemaal bij een tunnel in de Oostzee van maar liefst zeventien kilometer lang. Het plan is om water op te vangen met een constante temperatuur van twee graden Celsius. Dit proces is continu. Dus ook tijdens de koude wintermaanden wanneer het zeeoppervlak bevroren is. “Warmtewisselaars kunnen ongeveer 1,5 graad warmte aan het zeewater onttrekken, dat via een andere tunnel weer naar zee wordt teruggevoerd”, aldus Jaakko Tiittanen, projectmanager bij Helen.

Tiittanen: “De opgevangen energie wordt daarna via een warmtepomp opgewerkt tot temperaturen van 80 tot 95 graden. Dit is hoog genoeg om te gebruiken voor het stadsverwarmingsnet. De omvang van deze waterpomp is maar liefst 500 megawatt. Om in de winter voldoende warm water te halen, moeten we wel 50 tot 70 meter diep gaan.”

Niet voor ons

“Een warmtepomp maakt gebruik van temperatuurverschil om effectief meer energie te produceren dan je erin stopt”, zo legt René Peters, energie-expert bij TNO, uit. “Dat moet je diep uit de zee halen, maar de Noordzee is vrij ondiep: bij de Nederlandse kust is de zee zo’n 30. De temperatuur is hier te laag om gebruik te maken van deze technologie.”

Daarnaast hebben ze in Scandinavië een veel gunstiger klimaat voor een installatie als deze. “In het Noorden van Europa hebben ze veel vaker te maken met temperaturen rondom het vriespunt dan hier. Daarom denk ik dat zo’n oplossing als deze alleen geschikt is voor landen met een koud klimaat, zoals Finland dus. Nu is het hier ook vrij koud, maar altijd nog een graad of 5 ongeveer. Dan kan je net zo goed een standaard warmtepomp gebruiken die warmte uit de buitenlucht haalt”, aldus Peters.

Met innovaties in zee gaan

De voorraad zeewater is er zo goed als oneindig. Dat maakt het uitermate geschikt als duurzame en fossielvrije energiebron. Volgens Peters doen we er goed aan het proces van energieopwekking naar zee te verplaatsen. En het gaat al vrij hard met de ontwikkelingen op zee. Zo zijn er al kunstmatige energie-eilanden, drijvende zonneparken en zelfs windturbines die waterstof produceren op gebouwd. Maar ook wij halen al warmte uit zeewater.

“Op een indirecte manier passen wij hetzelfde trucje toe als de Finnen, maar net op een andere manier. Als we waterstof produceren vanuit die stroom van zee, dan produceer je ook veel warmte. Dus wij krijgen straks ook veel warmtebronnen die komen uit de productie van waterstof. Want 30 procent van de elektriciteit die je erin stopt, wordt omgezet in warmte. Dus als we straks nog die grote warmtenetten in de steden krijgen, kunnen die ook nog gevoed worden met restwarmte vanuit de industrie op zee.”