Author profile picture

Dit artikel is een geactualiseerde versie van het eerder gepubliceerde verhaal ‘De eerste stappen naar een hartveilige stad’. 

Overal in de stad voldoende AED’s en genoeg burgerhulpverleners om te reanimeren. Dat allemaal om een buurtbewoner met een hartstilstand te helpen. Wijk voor wijk probeert het burgerinitiatief Eindhoven Hartveilig zogeheten zes minutenzones te realiseren. Want binnen zes minuten is de kans op een redding het grootst. 

 In Eindhoven wordt jaarlijks meer dan tweehonderd keer naar 112 gebeld voor een reanimatie. Vaak gaat het dan om een hartstilstand. Wanneer het hart niet of nauwelijks meer klopt, is het belangrijk binnen zes minuten te starten met reanimatie om hersenschade of zelfs overlijden te voorkomen. Dat is precies waar Eindhoven Hartveilig op inzet. De hulpdiensten kunnen namelijk niet altijd op tijd aanwezig zijn, maar buurtbewoners vaak wel. Guido Wilmes, initiatiefnemer Eindhoven Hartveilig in de wijk Acht, is zelf ook burgerhulpverlener. “Ik ben al verschillende keren bij een melding geweest. Wanneer het lukt iemands leven te redden is dat heel erg fijn. Helaas loopt het ook weleens anders af dan we hadden gehoopt. Dan kunnen we als burgerhulpverlener in ieder geval de familie en andere betrokkenen steunen.” Twee familieleden van Wilmes hebben een hartstilstand overleefd, mede door de aanwezigheid van een AED. Daarom probeert hij nu samen met een groep vrijwilligers verenigd in Eindhoven Hartveilig stap voor stap de stad hart-veilig te maken. Zij helpen wijken met het geven van voorlichting en cursussen om te zorgen dat meer mensen zich aanmelden als burgerhulpverlener bij HartslagNu, het landelijke alarmeringssysteem voor burgerhulpverleners dat in handen is van de sector Ambulancezorg.

HartslagNu
HartslagNu probeert naast zo veel mogelijk burgerhulpverleners ook alle AED’s in kaart te brengen. Een AED (Automatische Externe Defibrillator) is een apparaat dat een schok heeft wanneer het hart niet of nauwelijks meer klopt. Dit om ervoor te zorgen dat het hart weer normaal gaat kloppen. Het apparaat is makkelijk te bedienen omdat het precies uitlegt wat iemand moet doen: soms met plaatjes en tekst en soms zelfs met gesproken woord. In principe kan iedereen dus een AED bedienen, alleen is het volgens Wilmes wel fijn als iemand al wat voorkennis heeft door een EHBO- of BHV-cursus. Wanneer er in de meldkamer een melding binnenkomt voor een reanimatie, worden er naast twee ambulances ook dertig burgerhulpverleners, die het dichtst bij het slachtoffer zijn, gealarmeerd. Vaak gebeurt dit op basis van de locatie van de telefoon van de burgerhulpverleners, maar soms wordt ook de postcode van de hulpverlener gebruikt om te bepalen wie dichtbij is. Het risico van dat laatste is dat iemand niet thuis is en dus niet kan helpen.

Eindhoven Hartveilig wil ervoor zorgen dat er genoeg AED’s en burgerhulpverleners zijn aangemeld bij HartslagNu. Dit doen zij door burgers te informeren, maar ook door gesprekken met de gemeente en andere betrokken organisaties. Hoeveel burgerhulpverleners en AED’s ervoor nodig zijn om in een stad zes minutenzones te realiseren, is volgens Wilmes voor iedere wijk anders. “Het is afhankelijk van de bereikbaarheid van de wijk, maar ook de vervoerswijze van de burgerhulpverleners en hoeveel mensen in staat zijn om daadwerkelijk te komen helpen.” Hij schat dat er binnen de zes cruciale minuten gestart kan worden met reanimatie wanneer de burgerhulpverlener(s) en de AED in een straal van 250 tot 500 meter om het slachtoffer aanwezig zijn.

Op de kaart hieronder het is aantal AED’s en het aantal burgerhulpverleners weergegeven. Ook is het aantal burgerhulpverleners afgezet tegen het aantal inwoners. Op basis van dit cijfer zijn wijken eventueel met elkaar te vergelijken. Een aantal wijken, vooral in het noorden van de stad zijn al goed op weg om zes minutenzones te realiseren. Volgens Eindhoven Hartveilig zijn Prinsejagt3, Acht, Achtse Barrier en Heesterakker hier inmiddels in geslaagd. Er zijn een aantal uitschieters op de kaart zichtbaar, bijvoorbeeld het Flight Forum. Hier zijn, waarschijnlijk door de BHV’ers van de vele bedrijven die er gevestigd zijn, veel burgerhulpverleners terwijl er maar weinig mensen wonen.

Wil je de kaart op volledig scherm bekijken? Klik dan hier.

Ambulanceverpleegkundige Eefje Broeders werkt regelmatig samen met burgerhulpverleners bij een reanimatie. Als zij met de ambulance ter plaatse komt, zijn de burgerhulpverleners vaak al aan het reanimeren. “Het is goed dat burgerhulpverleners alvast beginnen met reanimeren, maar wij nemen het meteen over als we aankomen. Wanneer er te veel burgerhulpverleners aanwezig zijn, sturen wij ze weg. Het is immers al druk genoeg als wij met twee ambulances, politie en/of brandweer op een melding af komen. Één of twee mensen kunnen wel blijven om te helpen,” legt ze uit. Te veel mensen in de buurt hindert volgens haar de reanimatie. Ze ziet het belang van burgerhulpverleners wel in. “Iedereen kan in principe een AED bedienen en kan dus helpen wanneer het er echt op aan komt. De burgerhulpverleners hebben een cursus gehad, waardoor ze iets meer kennis hebben, dat is fijn.” Al verloopt de samenwerking tussen burgerhulpverleners en professionals elke keer anders. “De een voelt beter aan wat hij of zij kan doen in een bepaalde situatie dan een ander. Soms helpen de burgerhulpverleners ons heel erg goed, terwijl ze het volgende moment een beetje in de weg kunnen lopen en niet goed weten wat ze moeten doen.”

Wilmes heeft een duidelijke visie over het in het kaart brengen van de AED’s. “We houden zelf in de hand welke AED’s aangemeld worden. Op deze manier kunnen we de staat van de apparatuur goed in de gaten houden, weten we of deze 24 uur per dag bereikbaar is en controleren we of de kwaliteit goed is.” Een AED is erg onderhoudsgevoelig, zo zitten er bijvoorbeeld houdbaarheidsdata aan verschillende onderdelen van het apparaat. De plakkers die op iemands borst geplakt moeten worden bij een reanimatie kunnen bijvoorbeeld loslaten als ze te oud zijn. Volgens Wilmes zijn de condities van de nieuwste AED’s op afstand online te bekijken, waardoor het niet meer nodig is om alle AED’s fysiek te controleren en lijstjes bij te houden. Daarom stimuleert Eindhoven Hartveilig de aanschaf van dit type AED’s.

Andere initiatieven
Het initiatief van Eindhoven Hartveilig is anders dan andere, eerdere initiatieven om AED’s in kaart te brengen. Op de site van het Rode Kruis staat ook een kaart met AED’s. Deze worden door mensen zelf aangemeld wanneer ze er een zien hangen. Het Rode Kruis controleert wel of het apparaat er echt hangt als deze wordt aangemeld, maar er wordt niet altijd gekeken naar de houdbaarheidsdata en andere specifieke informatie. “Wij vinden het belangrijk dat die informatie zo compleet mogelijk is. Door middel van gekleurde icoontjes geven we aan welke apparaten gecontroleerd zijn en welke niet”, legt persvoorlichter Iris van Deinse van het Rode Kruis uit. Daarnaast maakt het Rode Kruis gebruik van een app. “Via de app kun je een route vinden naar de dichtstbijzijnde AED. Daarnaast staat er ook een instructie om te beginnen met reanimatie.” Ook de Hartstichting zet zich in om burgerhulpverleners te mobiliseren zich aan te melden bij HartslagNu en om meer AED’s in kaart te brengen. Al deze organisaties werken op verschillende manieren om hetzelfde doel te bereiken. Ze werken allemaal samen met partners zoals de Ambulancezorg en bedrijven, maar er is geen duidelijke reden waarom de verschillende initiatieven de krachten niet bundelen.

Samenwerking
Eindhoven Hartveilig probeert een samenwerking aan te gaan met de gemeente en de meldkamer om een groot bereik en draagvlak voor hun initiatief te krijgen. Dat wil echter nog niet lukken. De gemeente ziet naar eigen zeggen het belang van het initiatief wel in, maar kan niets voor ze betekenen. In de toekomst zou Eindhoven Hartveilig graag met de Meldkamer om de tafel gaan zitten om te kijken of er een eventuele samenwerking mogelijk is. Op dit moment moet door de meldkamercentralist apart een melding worden verstuurd naar de burgerhulpverleners. Wilmes: “Het duurt soms al een paar minuten voordat deze melding wordt verstuurd. Dan halen burgerhulpverleners het natuurlijk nooit meer om binnen zes minuten bij het slachtoffer te zijn.” Hij zegt aan de andere kant wel te begrijpen waarom de Meldkamer niet meteen de burgerhulpverleners alarmeert. “Zij willen er natuurlijk zeker van zijn dat het niet om een melding gaat waar burgers een traumatisch ervaring aan over kunnen houden, denk bijvoorbeeld aan een reanimatie bij een baby of zelfdoding.”

De stad is goed op weg, maar het is zeker nog niet overal hart-veilig. Het systeem met burgerhulpverleners werkt volgens ambulanceverpleegkundige Broeders wel goed. “Ik denk dat het systeem in sommige gevallen mensen echt kan helpen. We moeten het vooral niet te ingewikkeld maken. Iedereen kan een AED bedienen, het is een simpel apparaat. Dit in combinatie met burgerhulpverleners die kunnen reanimeren, zorgt ervoor dat mensen geholpen kunnen worden nog voor de professionele hulpverleners aanwezig zijn.”