OLYMPUS DIGITAL CAMERA © Lusoco
Author profile picture

“Onze technologie gaat de huidige geprinte, verlichte communicatie aanvullen”, zegt Jeroen ter Schiphorst, Chief Technology Officer en co-founder bij Lusoco. Het bedrijf richt in eerste instantie op duurzame reclameborden. Deze verbruiken namelijk een aanzienlijke hoeveelheid energie, per stuk jaarlijks zo’n driehonderd tot zeshonderd kilowattuur. “We maken natuurlijk steeds meer gebruik van duurzame energie, maar onze vraag naar energie zal de komende jaren ook nog fors toenemen, bijvoorbeeld door de opkomst van elektrische auto’s”, verklaart Ter Schiphorst. “Alle energie die we niet of hoeven te wekken, scheelt toch weer.”

Energie opwekkende afbeelding

De reclameborden waar Lusoco op richt zijn gemaakt van een glasplaat of kunststof plaat met fluorescerende inkten. “Een vergelijkbaar principe zien we in de groene, lichtgevende sterretjes die kinderen vroeger vaak boven hun bed hadden hangen. Alleen de inkt bij ons met gloeien zodra het licht uitgaat”, zegt hij. De fluorescerende deeltjes in de inkten absorberen licht, van de zon of van kunstmatige verlichting. Hierdoor gloeit de inkt op. Het geabsorbeerde licht wordt via waveguiding naar de zijkant van de glasplaat getransporteerd. “Dit is eigenlijk hetzelfde principe als bij internet door een kabel, alleen gebruiken wij nu geen ronde kabel maar een vlakke plaat”, zegt Ter Schiphorst. Zo ontstaat aan de zijkant van de plaat een geconcentreerde lichtbundel. “Daar zetten we dan een smal, zelfontworpen zonnecelletje op”, gaat hij verder. “Zo kan de afbeelding energie opwekken.”

De zonnecel zit weer gekoppeld aan een batterij die de overdag opgewekte energie bewaard om het ’s avonds te kunnen gebruiken. Dan schijnt er ledverlichting op de zijkant van het glas. “Omdat de inkt zelf opgloeit is het contrast met de achtergrond groter dan wanneer je licht op of achter een reclamebord laat schijnen”, vertelt Ter Schiphorst. Dat maakt het bord duidelijker zichtbaar bij een lager energieverbruik.

Concurreren met zonnepanelen

Vroeger was het idee dat Luminescent Solar Concentrators, de technologie waar Lusoco mee werkt, zonnecellen volledig zouden kunnen vervangen. Een raam of een stuk plastic zou dan energie op kunnen wekken. “Alleen de efficiëntie van zonnepanelen is veel hoger waardoor het qua kosten interessanter blijft”, schetst Ter Schiphorst. “Daarom richten wij ons op de verkoop van producten die de opgewekte energie ook weer verbruiken. Zo hebben we niet meer met de prijs van energie te maken, maar maken wij toepassingen mogelijk die voorheen niet mogelijk waren.”

Het wiel uitvinden

Ter Schiphorst en zijn compagnon Teun Wagenaar zetten Lusoco vier jaar geleden op als spin-off van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Zij richten zich vooral op de technische onderdelen van het product, zoals de fluorescerende inkt en de elektronica. “In Nederland opereren een kleine tweeduizend bedrijven in de reclamemarkt. Als we daarin echt van de grond willen komen, hebben een groot marketing en sales team nodig. Om de producten dan over de hele wereld te kunnen verkopen komt daar ook nog een distributiecentrum bij”, schetst Ter Schiphorst. “Dat willen wij niet. Daarom zetten wij in op het aanbieden van de technologie aan grote partijen in de markt zodat we samen kunnen werken. Zij hebben de kanalen voor marketing en distributie al en wij kunnen echt iets bijdragen met onze technische kennis.”

Pilotproject

De eerste reclameborden zijn al geplaatst in Eindhoven. Dat is als pilotproject zodat het bedrijf de technologie verder kan testen. “We hebben al enkele borden neergezet. We zijn nu bezig met een partij om dit ook op grote schaal te produceren”, zegt hij. Daarmee wil Ter Schiphorst de schaalbaarheid van de technologie testen. “Wij bieden de technologie en de kennis aan aan deze partij. De borden zijn dus allemaal via één klant, niet via velen losse klanten”, gaat hij verder.

Een bord van Lusoco © Lusoco

Nooduitgang

Naast de praktische ontwikkeling van de eerste reclameborden, kijkt Lusoco ook naar nieuwe toepassingen van de technologie. “We kunnen ook afbeeldingen maken op glas die (nagenoeg) onzichtbaar zijn. Deze kunnen we dan bijvoorbeeld laten oplichten in het geval van een calamiteit.” Ter Schiphorst denkt bijvoorbeeld aan bordjes van nooduitgangen of indicatoren op de ruiten van auto’s. “Bordjes voor de nooduitgang hangen vaak hoog en zijn daardoor bij rookontwikkeling minder goed zichtbaar. Wij zouden eventueel pijlen op de ramen kunnen laten opgloeien om een vluchtroute aan te geven.” Deze toepassing benadert Lusoco met dezelfde businesscase. “We willen geen losse bordjes verkopen maar aansluiten bij fabrikanten van de huidige nooduitgangbordjes”, zegt hij.

Huwelijk met investeerder

Ter Schiphorst verwacht dat het bedrijf in 2026 volledig zelfstandig draaien. “De afgelopen jaren hebben we gewerkt met verschillende converteerbare en achtergestelde leningen, bijvoorbeeld van het Brabant Startup Fonds en de Rabobank”, vertelt hij. “We zijn nu op zoek naar een investeerder om de volgende stappen te kunnen zetten. Bijvoorbeeld met onze lauching customer van de reclameborden en het aanboren van nieuwe markten.” Ter Schiphorst vindt het belangrijk om een investeerder te vinden die echt past bij het bedrijf. “We zijn op zoek naar een investeerder die de chemie en nieuwe materialen begrijpt en die samen met ons nieuwe mogelijkheden wil benutten”, zegt hij. “Het is bijna een huwelijk wat je aangaat met een investeerder”, lacht hij. “Het is echt heel belangrijk dat er een goede match is.”

Ter Schiphorst hoopt dat hij over tien jaar reclameborden met de technologie van Lusoco terugziet in het straatbeeld over de hele wereld. “Ik had tijdens mijn opleiding niet gedacht dat ik ondernemer zou worden”, zegt hij. “Maar ik wist wel al snel dat ik niet bij een groot bedrijf wilde werken. Ik wilde echt mijn eigen stempel op de maatschappij drukken.” Door verschillende ontmoetingen met ondernemers, waaronder zijn compagnon, durfde Ter Schiphorst de sprong te wagen. “De technologie hebben we op kleine schaal in het laboratorium getest en wordt dan op grote schaal toegepast. Zo kunnen we echt een positieve impact op de maatschappij hebben.”