©Pixabay
Author profile picture

Dit advies moet je lezen. Ga er maar aan staan. Meer geld naar onderhoud van bestaande infrastructuur, aanleg van nieuwe wegen on hold zetten, verduurzamen van de bestaande woningvoorraad, meer spreiden van toeristische drukte, houdbaarheid van ons huidige landbouwsysteem en inspelen op de ‘just in case’ en buffereconomie. Groen uit de crisis komen, klinkt verstandig net als het mantra ‘never waste a good crisis’.

Het is de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) met haar recente advies ‘Groen uit de crisis’, weer gelukt om uitspraken te doen, waarin zaken gewoon worden benoemd. Ik vind het een verademing dat we op nationaal niveau dergelijke onafhankelijke adviesorganen hebben, die vanuit een lange termijnvisie voorbij durven gaan aan gevestigde belangen en partijen. Dat is ook precies wat er nu moet gebeuren, waarbij we nadrukkelijk oog moeten hebben voor toekomstperspectief voor mensen die werkloos worden of zijn.

Na ‘Mainports voorbij’ in 2016 en ‘Naar een duurzame economie’ in 2019 zet de RLI in 2020 de sterke onafhankelijke lijn van haar adviezen voort. In ‘Mainports voorbij’ relativeerde ze enerzijds het economisch belang van airport (Schiphol) en seaport Rotterdam en voegde de Regio Eindhoven toe als brainport. Anderzijds agendeerde de RLI in 2016 het toenemende belang van bredere waarden voor ons vestigingsklimaat. Met name de quality of life, natuur en landschap en een gezonde leefomgeving als vestigingsvoorwaarde moesten hoger op de agenda.

In haar advies naar een duurzame economie uit 2019 kondigde de RLI al aan dat de noodzakelijke verduurzaming van onze economie niet zonder slag of stoot zal plaatvinden. De overheid moest nadrukkelijke de lead nemen. Dat is inderdaad precies wat de overheid de afgelopen periode heeft gedaan om ons door de crisis te loodsen. Zomer 2020 is hét moment om het debat te voeren hoe we met stevige overheidsinvesteringen sterker, dus groener, uit de crisis zullen komen.

Groen herstel

Ik ging er eens even goed voor zitten, al begon het advies wat hoog over en vrijblijvend: “Het economisch herstelbeleid moet waar mogelijk helpen om het verwezenlijken van duurzaamheidsdoelen te versnellen….focus op mogelijkheden voor een herstelbeleid dat streeft naar maximale synergie tussen het realiseren van economisch herstel op korte termijn én duurzame ontwikkeling op langere termijn. Daarom spreken we over ‘groen herstel’”.

Gelukkig herstelden de opstellers zich snel door te wijzen op de grote problemen voor de leefbaarheid van Nederland met, als we zo doorgaan, bijkomende maatschappelijke kosten. Ik moest meteen denken aan de kortzichtige lobby om nu snel woningen te gaan bouwen in de meest laaggelegen polders van het land. In het kader van klimaatverandering lopen de bewoners en eigenaren van deze woningen in de toekomst aan tegen grote risico’s en investeringen. Tegelijkertijd besef je direct waarom het zo schuurt en knalt tussen de gevestigde belangen en partijen met betrekking tot agribusiness en logistiek in Brabant en de té grote druk hiervan op de leefbaarheid en leefomgeving. De toekomst van een van onze grote economische motoren Mainport Brainport is stevig in het geding. We zullen anders naar groei moeten kijken en de huidige crisis versnelt deze noodzaak.
Terecht constateert de RLI dat we in plaats van voortdurende groei accommoderen, de groei juist moeten doseren en beperken. De afgelopen maanden hebben we ervaren dat meer doseren en beperken gewoon mogelijk is. Onze manier van produceren moet veranderen. Het besef groeit dat vitale producten wellicht beter dicht bij huis kunnen worden geproduceerd, just-in-case (naast just-in-time) of, zoals de RLI stelt, “de negatieve aspecten van het wereldwijd heen-en-weer transporteren van voedsel en andere goederen zijn door de crisis ook zichtbaarder geworden. Zal dit gevolgen hebben voor Nederland als handelsland, als logistiek knooppunt en als grootexporteur van bijvoorbeeld voedsel”.

In NRC 1 mei jl. schrijft Marieke Stellinga in dit kader over de omslag naar een buffereconomie. Voortbouwend op haar ‘naar een duurzame economie’ advies ziet de RLI dat er sprake is van een herwaardering van de rol van de overheid in onze de samenleving als sturende en regisserende partij. Een gemiste kans is dat het advies blijft bij de algemene constatering dat het Rijk regionale en lokale herstelprogramma’s moet stimuleren en ondersteunen. Ik kom hier bij mijn duiding van de nieuwe Brainport meerjarenagenda later op terug.

Lessen trekken

De RLI speelt in op de zorgen van de bouwsector over een opdrogende portefeuille. Volgens mij is het niet moeilijk. We moeten gewoonweg echt aan de slag met het versnellen van de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad om werkgelegenheid op de korte termijn te creëren en een sterke basis te leggen voor de energietransitie in de gebouwde omgeving. De beste mogelijkheden voor groen herstel zijn als er relatief snel grote volumes kunnen worden gemaakt, zoals bij de verduurzaming van het bestaand corporatiebezit in bijvoorbeeld na-oorlogse wijken. Het zou de vele Tweede Kamerleden die zich zorgen maken over de woningnood sieren daarom nu de opbrengst van de verhuurdersheffing te koppelen aan het bouwen van nieuwe woningen.

Het sterkste deel van het advies wordt ingeleid wanneer de RLI stelt dat “groen herstel zich niet alleen moet richten op sectoren die het moeilijk hebben ten gevolge van de coronacrisis, maar juist ook op nieuwe groeibriljanten. In een duurzame economie zullen immers andere sectoren de pijlers zijn onder het verdienvermogen van Nederland”. Naast nu aan de slag gaan met anti-cyclisch bouwen, is het ook zaak bepaalde zaken even on hold te zetten. Dat is een logische uitkomst van de coronacrisis. We zien dat ons mobiliteits-, recreatie- en ook voedselgedrag ingrijpend is veranderd. Investeringen voor nieuwe weginfrastructuur kun je volgens de RLI beter vervangen door meer onderhoud, vervanging, modernisering en verduurzaming van de bestaande infrastructuur.

Een ander mooi voorbeeld is dat we ondanks de kaalslag in onder meer de gewilde binnensteden fundamenteel anders moeten aankijken tegen locaties die werden overspoeld door toeristen. Deze situatie keert niet meer terug, waardoor ook het beeld en uiterlijk van deze binnensteden ingrijpend zal gaan veranderen. Zet meer in op het bevorderen van de aantrekkingskracht van rustige plaatsen en meer strategisch sturen op het toerisme.

Laatste herkenbare voorbeeld is de huidige herverdeling van minder ruimte voor de auto en parkeren en meer ruimte voor de fiets of wandelaars. Het advies geeft stof tot nadenken hoe we sterker uit de crisis kunnen komen.

Toevallig is net de nieuwe Brainport-meerjarenagenda gepresenteerd, waarin regionale bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen en overheden, vertegenwoordigd in de stichting, samen met honderden regionale vertegenwoordigers aangeven hoe zij de komende jaren de economische positie van Brainport Eindhoven gaan versterken. Het is zaak de diverse RLI adviezen eens naast deze agenda te leggen (ik kom hier volgende week op terug…) en te kijken of een regionaal herstelprogramma, zoals de RLI aanraadt, voor Brainport Eindhoven nodig is.

Auteur dr. Cees-Jan Pen is lector bij het lectoraat de Ondernemende Regio van Fontys Hogescholen. Hij is adviseur in diverse gremia op het gebied van werklocaties (bedrijventerreinen, kantoren en winkels), stedelijke en regionale economie en vastgoed. Pen heeft 15 jaar ervaring vanuit zowel de overheid als de adviessector met onderzoek rond vastgoed en ruimtelijk-economische vraagstukken.