Elfstedentocht bij Hindeloopen, © KNMI, Nationaal Archief / Joop van Bilsen
Author profile picture

De Arctische klimaatveranderingen zullen op korte termijn de kans op een Elfstedentocht niet vergroten. Analyse van klimaatmodellen laat namelijk zien dat relatief koude winters en Arctisch zee-ijsafname weliswaar tegelijkertijd voorkomen, maar dat het één niet het andere veroorzaakt.

Bij ons in Nederland valt het vooralsnog mee, maar er is een opvallende toename van extreem koude winters in bijvoorbeeld Noord-Amerika. Recente studies naar de relatie tussen de afname van zee-ijs op de Noordpool en ijskoude winters op gematigde breedtes, zoals de Polar Vortex koudegolven in Noord-Amerika, lijken te suggereren dat er een verband is tussen koude winters en Arctische veranderingen. De mechanismen achter deze relatie waren tot nu toe echter onduidelijk, vooral vanwege de chaotische eigenschappen van het klimaatsysteem. Daarin is met de publicatie van een wetenschappelijk artikel in Nature Climate Change verandering gekomen.

In dit artikel wordt voor het eerst gebruik gemaakt van een zeer uitgebreide set klimaatdata geproduceerd door twee gedetailleerde klimaatmodellen, waaronder het KNMI-klimaatmodel EC-Earth. Deze grote hoeveelheid klimaatgegevens maakt het mogelijk om statistische verbanden te leggen die voorheen in de ruis van het klimaatsysteem verborgen bleven.

Analyse van de modelgegevens laat zien dat relatief koude winters en Arctisch zee-ijsafname het gevolg blijken te zijn van een heel ander mechanisme, namelijk grootschalige afwijkingen in de atmosferische circulatie. Een belangrijk gegeven van deze studie is dat beide klimaatmodellen tot precies dezelfde conclusie komen. Ook leidt een in een klimaatmodel opgelegde zee-ijsafname helemaal niet tot koude winters.

Honorair hoogleraar Richard Bintanja van de Rijksuniversiteit Groningen, die meewerkte aan de analyse: “De bevindingen in ons artikel laten zien dat een verdere afname van Arctisch zee-ijs in de nabije toekomst hoogstwaarschijnlijk niet zal leiden tot meer en intensere winterse koudegolven, omdat periodes met weinig Arctisch zee-ijs juist het gevolg zijn van ongewone atmosferische circulatiepatronen.”