Frits van Hout © IO
Author profile picture

Wie bij Frits van Hout, lid van de Raad van Bestuur van ASML, uit zijn werkkamer op de 17e verdieping naar buiten kijkt, kan zonder veel moeite een groot deel van ASML’s toeleveringsketen aanwijzen. Wat daarnaast opvalt, is de grote bedrijvigheid, zelfs nu, begin juni 2020, middenin coronatijd. “Er wordt overal gebouwd, maar ook binnen die bedrijven is volop activiteit. Wat opvalt is dat de hightech industrie de afgelopen weken, zij het met een paar hiccups, keihard heeft doorgewerkt om ons land aan de gang te houden en ons te behoeden voor ergere dingen. En dat is aardig gelukt.”

Lees hier meer over de Dutch Technology Week van 2020

Frits van Hout heeft de afgelopen maanden niet alleen zijn handen vol gehad aan het ‘up and running’ houden van ASML. Ook gaf hij leiding aan de klankbordgroep van de Dutch Technology Week, die dit jaar volledig online plaatsvindt. “Wat voor beide trajecten geldt is dat de mate waarin mensen elkaar juist nu willen helpen, gewoon op basis van wederzijds vertrouwen, enorm is. Dat is een van de mooiste dingen van deze tijd. En als je dan ziet waar de hulp vandaan komt, zie je dat het – naast de bekende grote ondernemingen – ook vaak de wat kleinere bedrijven zijn die meteen bij willen springen.

We hebben binnen het netwerk van Brainport Industries een belronde gedaan om te inventariseren wie wat zou kunnen doen om de ontstane problemen op te lossen. De een kon een contact in Taiwan inzetten, de ander wist onderdelen die niet meer op voorraad waren in 3D te printen. Iedereen kon wel wat toevoegen. Hoe snel iedereen elkaar vond en hoe snel de taken on-the-fly verdeeld werden, hoe flexibel iedereen in zaken sprong ook als die niet primair jouw business field zijn, dat is frappant. Dat is heel tekenend voor deze regio en deze sector, de bedrijven die hier actief zijn hebben een hoge flexibiliteit, men vertrouwt elkaar, en als het gevraagd wordt, ga je aan de slag en daarna zie je wel verder. Super.”

Luister ondertussen naar de podcast met Frits van Hout:

Positieve ervaring

Dat was ook binnen de DTW klankbordgroep terug te zien. “We hebben heel lang gezocht naar manieren om toch een klassieke DTW te kunnen organiseren. Maar zelfs toen helemaal duidelijk was dat dat niet meer mogelijk zou zijn, bleven we als groep via onze Teams- en Skype-sessies zoeken naar de alternatieven.” En daarbij werd dankbaar gebruik gemaakt van de nieuwe mogelijkheden van de technologie. “Vroeger mocht het allemaal niet, we vonden het veel te gevaarlijk. Maar voor mij was het een enorm positieve ervaring: de toegankelijkheid van de technologie gecombineerd met de ontoegankelijkheid van de fysieke setting heeft de hele wereld gedwongen om dingen te gaan onderzoeken en uitproberen die we daarvoor misschien wel kenden maar altijd terzijde hadden geschoven als onhandig of gevaarlijk of wat dan ook: telemeeten, home office, augmented reality. Dat is allemaal definitief doorgebroken nu.”

Kijkje achter de schermen

Het doel van de DTW blijft zoals dat was: een kijkje achter de schermen bij bedrijven en instituten, jonge mensen laten zien hoe leuk techniek is maar vooral hoe leuk het is om er zelf aan mee te doen. “Dat meedoen wordt steeds breder. Het is niet meer alleen het maken van producten, als professionals, maar techniek is inmiddels overal aanwezig en iedereen heeft er dus mee te maken. Je krijgt dus ook vaker de discussie over wat nou de rol is van techniek in de maatschappij. Ook daar is ook de DTW een prima gelegenheid voor.”

Het ‘meedoen’ zal dit jaar wel anders zijn. “Fysieke bijeenkomsten zullen beperkt zijn, maar online gaan we vast een breder publiek trekken, want de bereikbaarheid is veel minder plaats- of tijdgebonden. Als je maar beseft dat niet alles wat online is alleen maar goed is. Ook in het gewone leven weten we dat een bepaalde mate van menselijk contact belangrijk blijft. Dus ook in deze DTW laten we dat zien: in de setting van de school zorgen we voor gezamenlijke activiteiten waarbij kinderen werken aan technische oplossingen, ook nu.”

Hoe de DTW er volgend jaar precies uit gaat zien, is nog een grote vraag, maar Frits van Hout weet zeker dat er elementen van dit jaar worden meegenomen. “Net als iedereen ondanks alle ellende heeft gezien dat er nieuwe oplossingen zijn die nieuwe mogelijkheden openen, zo geldt dat ook voor ons: de aanleiding was niet zo fijn, maar nu we dit eenmaal weten, is het eigenlijk best wel handig. Om welke onderdelen het dan precies gaat, dat bepalen we later wel, maar reken maar dat we hier ook van kunnen leren.”

Silicon Valley en Eindhoven

Dat kan ook als bijeffect hebben dat de wens om de DTW op te schalen, die al een paar jaar bestaat, nu haalbaarder wordt. “Vorig jaar hadden we al 22 locaties verdeeld over Nederland, maar onze ambities gaan verder. Voor een deel gaan we daar ook de extra gelden die uit het Regiofonds onze kant op zijn gekomen, voor inzetten.”

Die internationale aansluiting voor Dutch Technology is trouwens logischer dan een buitenstaander misschien zou denken, zegt Van Hout. “Als je mensen vraagt de hotbeds van innovatie te noemen, dan hoor je natuurlijk eerst altijd Silicon Valley, waar het allemaal ooit begonnen is. Andere mensen zeggen Azië: Japan, Taiwan, China. Maar steeds vaker hoor je ook Nederland noemen. Je ziet het ook terug in allerlei lijstjes: Californië, Shanghai en Eindhoven staan dan in hetzelfde rijtje. En dat is niet voor niks. Er gebeurt hier ontzettend veel. Dat is misschien nog niet in alle huishoudens doorgedrongen, maar zeker in de technische gemeenschap wordt deze regio absoluut gezien als een van de hotbeds van technologie.

Dat is trouwens ook het mooie aan technologie: ideeën kunnen ergens ontstaan, maar vervolgens heel ergens anders verder uitgewerkt worden. Daar kunnen andere mensen aan meedoen. Heel veel bedrijven hebben vestigingen op verschillende plaatsen op de wereld en maken er dankbaar gebruik van. Juist die mix van culturen, van ervaringen en eigenwijsheid zorgt ervoor dat er dingen ontstaan die je van tevoren niet kon voorzien. Maar besef wel altijd dat de natuur ook keihard is: dingen die niet werken, die werken niet. Dat betekent dat je dan gewoon weer wat anders moet verzinnen. Bij innovatie moet je altijd één keer vaker opstaan dan vallen, dan komt het vanzelf goed.”