SONY DSC
Author profile picture

De Rekenkamercommissie van de gemeenteraad in Eindhoven start een onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de gemeentelijke reserves. Dit vanwege de actualiteit, de maatschappelijke discussie over gemeentefinanciën en gewijzigde richtlijnen, zegt voorzitter Hartmann van de commissie. “De rekenkamercommissie heeft als doel transparantie te geven in de huidige stand van zaken en mogelijke verbeteringen te identificeren in het licht van de ambities en toekomstige opgaven.”

De gemeentelijke reserves zijn van groot financieel en maatschappelijk belang, zegt Hartmann. “Door onderzoek ondersteunt de rekenkamercommissie de gemeenteraad bij zijn kaderstellende en controlerende rol.” Het onderzoek is ook bedoeld om de nieuwe gemeenteraad, die na 2 maart aantreedt, helderheid te verschaffen. “De nieuwe gemeenteraad ontvangt de conclusies en aanbevelingen zodat helder is hoe het met de gemeentelijke reserves, voorzieningen en het weerstandsvermogen gesteld is.”

Met name door miljoenenoverschrijdingen in de zorgsector kampt de gemeente met grote tekorten op de begroting. Aan uitkeringen, ambulante jeugdzorg en WMO Begeleiding en Beschermd wonen heeft de gemeente in 2016 veel meer geld uitgegeven dan oorspronkelijk was begroot. Ook voor 2017 en 2018 blijven die tekorten merkbaar.

Weerstandsvermogen nu op de helft van wat het zou moeten zijn
Het weerstandsvermogen is de belangrijkste buffer voor risico’s waarvoor geen specifieke voorzieningen zijn getroffen. Vanwege de hoge overschrijdingen in 2016, die na-ijlen in de jaren daarna, is een stevig beroep gedaan op deze bufferfunctie. Vanaf 2020 geeft de begroting naar inschatting van het college weer enige ruimte voor aanvulling.

De norm voor het weerstandsvermogen is vastgesteld op 10% van het begrotingstotaal. Voor 2018 komt dit uit op €89 miljoen. Per 31 december 2018 rekent de gemeente op een beschikbaar weerstandsvermogen van €46 miljoen, ongeveer de helft dus van wat het zou moeten zijn.

De weerstand is nodig om “gekwantificeerde risico’s” te kunnen opvangen. Deze tellen volgens de gemeentelijke begroting voor 2018 in dat jaar op tot € 46 miljoen. Uit de begroting: “Voor het Grondbedrijf is het risico voor 2018 becijferd op €26 miljoen. Voor algemene risico’s tellen de bedragen op tot €20 miljoen. Het beschikbaar weerstandsvermogen is – ondanks dat het onder de norm zit – toereikend voor de nu bekende en gekwantificeerde risico’s. De kans dat alle risico’s tegelijk optreden is overigens gering.”