Author profile picture

De Europese Unie moet een innovatiehub voor robotica krijgen waar het midden- en kleinbedrijf nieuwe toepassingen kan testen van robots die samenwerken met mensen in hun bedrijven. Met die boodschap opende de hoogleraar mensgerichte robotica Bram Vanderborght van de Vrije Universiteit Brussel de discussie van experts over de toekomst van de mensgerichte robotindustrie tijdens de Europese Innovation Days afgelopen week in Brussel.

Het valt te verwachten dat miljoenen euro’s uit het het Horizon Europe innovatiefonds naar de ontwikkeling van deze hub zullen gaan. In het Horizon-onderzoeksfonds gaat in totaal zo’n 100 miljard euro om.

Weinig kleine bedrijven proberen robots uit

Volgens Vanderborght doen nu vooral grote bedrijven mee aan met Europees geld betaalde innovatieve roboticaprojecten waardoor ze hun bedrijfsprocessen verbeteren. Kleinere bedrijven hebben de mogelijkheden daar doorgaans niet voor. Die missen dan dus de boot.

De ontwikkeling van robots die samenwerken met mensen om bedrijven sneller, beter of comfortabeler te laten werken staat in Europa feitelijk nog in de kinderschoenen. Er zijn geen goede regels die beschrijven wat een autonoom werkende robot wel en niet mag doen zoals welke data hij uit zijn werkomgeving wel of niet mag verzamelen en hoe hij daar mee om moet gaan.

Bovendien is er een probleem met de aansprakelijkheid, zei Vanderborght. ,,Hier in Brussel draait nu een experiment in een fabriek waar robots bepaalde werkzaamheden niet mogen doen omdat hun aansprakelijkheid niet te verzekeren is.” Daarover moeten dus afspraken met verzekeraars gemaakt worden.

‘Angst voor robots niet nodig’

Volgens Pietro Ottavis, de chief technology officer van de Italiaanse robotmultinational Comau (onderdeel van FiatChrysler, maakt robots voor de auto-industrie), zullen mensgerichte robots over een jaar of tien veel gebruikt worden. ,,Dan zullen ze toegankelijker zijn dan nu. Ze zullen mobiel, draagbaar en intelligent zijn”, voorspelde hij. ,,Robots zijn gereedschap voor de mens. Dat is niets om bang voor te zijn. De mens gebruikt tenslotte al meer dan 100.000 jaar gereedschap.”

Voorbeelden van mensgerichte robots waar hij op doelt zijn robots die helpen op de winkelvloer door producten in te pakken bij een temperatuur onder het vriespunt. Denk daarbij aan slagerijen. ,,Voor mensen is dat geen prettig werk. Het is niet gezond om voortdurend in een zeer koude ruimte te moeten werken.”

Verloren koffers op het vliegveld

Ander voorbeeld dat de mens ontlast bij zwaar werk is een robot die helpt bij het sorteren en opzoeken van kwijtgeraakte koffers en tassen op luchthavens. ,,Dat probleem kennen we allemaal”, aldus Ottavis. Het sjouwwerk hoeft het personeel dan niet meer te doen. Bovendien is de kans groot dat een robot sneller zoekt.

Hoogleraar Sigrid Brell-Cokcan van de universiteit van het Duitse Aken en voorzitter van de vereniging voor Robots in Architectuur zei dat ze in China gezien had dat robots assisteerden bij de bouw van huizen. Zij voorziet deze ontwikkeling ook voor Europa. De inzet van robots maakt het werken in de bouw veiliger. ,,Bijna eenvijfde van alle ongevallen vindt plaats in de bouw. Het is veiliger om het zware werk door robots te laten doen. Mensen zoals bouwvakkers die erin werken hebben dan geen last meer van hun longen, handen of andere lichaamsdelen. Ze hoeven dan ook niet meer op hun vijftigste met pensioen omdat hun lichaam versleten is door het zware werk.”

Robot-bouwvakkers

Ook moeten robot-bouwvakkers huizen in de toekomst goedkoper maken. Bovendien zullen de zorginstellingen geld besparen omdat ze dan geen gewonde bouwvakkers meer hoeven te behandelen.

Een groot probleem dat Europese roboticabedrijven nog moeten oplossen is dat er geen eenduidige regels gelden voor het maken van robots en software om ze te programmeren. Die moeten er wel komen, zei Vanderborght. Een robotarm van de ene fabrikant moet zo aansluiten op een robotonderdeel van een andere fabrikant.

EU-regels nodig voor uniforme robots

De verschillende robots moeten ook met elkaar kunnen samenwerken. Hun interfaces moeten beter op elkaar aansluiten zodat ze snel kunnen werken. ,,Nu werken ze nog te langzaam waardoor hun productiviteit niet hoog genoeg is”, zei de Finse hoogleraar werktuigbouw Minna Lanz van de universiteit van Tampere. Ook moeten de robots de regels zelf kunnen begrijpen. En ze moeten ook nog eens een keer veilig werken volgens de daarvoor opgestelde regels. Ondertussen moeten Europeanen geschoold worden in het gebruik van robots. Dat moet ook hun eventuele angst daarvoor wegnemen.

Concurrentie van Azië

Bij het maken van de robotregels moeten alle partijen betrokken worden: de bedrijven die de robots maken, maar ook de consumenten die zo kunnen aangeven wat ze wel en niet acceptabel vinden. Als die regels er niet op korte termijn komen kan de EU haar koppositie in de wereld van robotica verliezen aan landen in Azië, zei EU-topambtenaar Lucilla Sioli. Volgens hoogleraar Vanderborght is de ontwikkeling van de Europese roboticamarkt mede daarom een economische topprioriteit.