Eurocommissaris Violeta Bulc (in het midden) en minister Cora van den Nieuwenhuizen van verkeer bezochten deze zomer het testterrein van Hardt dat tot nu toe in Delft zit. Foto: Lucette Mascini
Author profile picture

Tijdens de presentatie van de supersnelle zweefmetro van het Delftse bedrijf Hardt afgelopen week gaf ook eurocommissaris Violeta Bulc van Vervoer acte de presence. We grepen de mogelijkheid aan om haar te vragen hoe zij aankijkt tegen de maatregel van de TU Eindhoven om komende anderhalf jaar alleen vrouwelijke wetenschappers aan te nemen.

Zelf is Violeta Bulc (1964) opgeleid als IT-specialist aan de universiteit van Ljubljana in Slovenië. Ze werkte in verschillende high tech bedrijven in de VS, was directeur bij Telekom Slovenie en ceo van Vibacom, een bedrijf dat gespecialiseerd is in duurzame strategie en de innovatie van ecosystemen.

„We zien de laatste tijd dat minder vrouwen voor een technische studie kiezen”, zei Bulc tijdens dit interview met Innovation Origins. „Daar maak ik me zorgen over.” 

De technische universiteit Eindhoven neemt de komende anderhalf jaar alleen vrouwen aan voor wetenschappelijke functies omdat vrouwen er extreem ondervertegenwoordigd zijn. Wat vindt u van deze maatregel?

„Ik geloof oprecht in quota. Ik denk dat we de standaard niet moeten verlagen, maar dat we vrouwen moeten aanmoedigen om te solliciteren op deze banen. Bij de Europese Commissie hebben we onszelf ook een doel gesteld: in zo’n 40 procent van de topfuncties moeten vrouwen vertegenwoordigd zijn. In vier jaar tijd is ons dat gelukt.”

Dus een quotum voor vrouwen in een organisatie werkt.

„Dat werkt.”

U bent opgeleid als informatietechnoloog aan de universiteit van Ljubljana in Slovenië, in de jaren ’80. Hoe werd daar destijds tegenaan gekeken? Was u een uitzondering op de regel, of waren er veel vrouwen die IT studeerden?

„Ik ben van de tweede generatie van de faculteit voor computerwetenschappen en informatica [van de universiteit in Ljubljana, red]. Die was onderdeel van de faculteit voor elektrotechniek. Daarvoor waren er van de 400 studenten misschien maar een stuk of acht vrouwen. Maar toen de faculteit voor computerwetenschappen aan boord kwam, waren we met zo’n 30 procent. Ik vond het geweldig! Maar nu maak ik me een beetje zorgen. Want we zien nu dat het aantal vrouwen dat aan technische universiteiten gaat studeren weer zakt. Ik denk dat het onze verantwoordelijkheid is om iedereen daar van bewust te maken. Zoals ik je al eerder vertelde, hebben we op het gebied van vervoer nu een speciaal platform [voor vrouwen die in de vervoersindustrie willen werken, red.]. Dus, ook op het politieke niveau [van de Europese Unie, red.] moedigen we vrouwen aan om een beroep in de transport business uit te gaan oefenen. Ik denk dat dit nu beter mogelijk is dan vroeger omdat de digitale techniek zijn entree gemaakt heeft. Dat heeft geleid tot een totaal ander soort standaard voor banen in die sector. Ook de werkuren zijn anders dan vroeger. Daardoor zijn er meer mogelijkheden voor vrouwen om in de vervoersindustrie te gaan werken.”

 Is de extreme ondervertegenwoordiging van vrouwen die werken bij technische universiteiten een Europees probleem?

„Nee. Dat is het wereldwijd.”

 Hoe moeten technische universiteiten en bedrijven vrouwen zien binnen te halen en hoe kunnen ze voorkomen dat ze er snel weer weg gaan, hetgeen bij de TU Eindhoven bijvoorbeeld een probleem is?

„Quota. Rolmodellen. Vrouwelijke collega’s aanmoedigen om er te solliciteren. Solliciteren op bepaalde posities. In de politiek bijvoorbeeld is de plaats waarop je vrouwelijke kandidaten zet heel belangrijk. Veel te vaak worden vrouwelijke kandidaten op een plek gezet die niet verkiesbaar is.”

U werkte begin jaren ‘90 in San Francisco als IT ingenieur. Werken er meer vrouwen in high tech bedrijven in de VS dan in Europa? Heeft de EU daardoor een concurrentie probleem omdat ze daardoor minder goede producten ontwikkelen?

„Wel, opnieuw: ik zat in de IT-wereld. En, hoewel de vrouwen er misschien minder goed vertegenwoordigd waren dan de mannen, had ik daar wel veel vrouwelijke collega’s. Ik denk misschien 30 procent. Of zelfs nog meer. In die tijd al! Dus ik denk dat binnen de high tech wereld, de digitale wereld meer vrouwen aantrekt dan welk ander technisch werkterrein ook. Maar ik kan je verzekeren dat de groep vrouwen de komende jaren groter zal worden. Ik denk dat het leidt tot betere en duurzamere oplossingen, als we een betere gender balans in onze teams hebben. Zélfs op de technische terreinen.”