De Europese Unie staat op het punt om te stemmen over het opleggen van nieuwe importtarieven voor Chinese elektrische voertuigen (EV’s). De stemming kan het autolandschap zomaar een nieuwe wending kunnen geven. Het marktaandeel van Chinese EV’s in Europa steeg van 2% in 2020 tot meer dan 14% in 2023, wil de EU haar auto-industrie beschermen. Sommige lidstaten, waaronder Duitsland, verzetten zich echter tegen het besluit omdat ze zich zorgen maken over mogelijke vergeldingsmaatregelen van China en de gevolgen voor hun industrie. De stemming, die voor vandaag gepland staat, is een kritiek moment voor de betrekkingen tussen de EU en China en de toekomst van de Europese autosector.
Toenemende spanningen op de automarkt
De opkomst van Chinese elektrische voertuigen (EV’s) op de Europese markt is een bewijs van de groeiende invloed van China in de wereldwijde auto-industrie. In 2020 waren Chinese EV’s goed voor slechts 3,5% van de wereldwijde verkoop. Dit cijfer is nu omhooggeschoten tot meer dan 27%. De Europese markt, die aanvankelijk bestand was tegen deze toestroom, heeft het marktaandeel van Chinese merken in dezelfde periode zien groeien van 2% naar 14%. De beslissing van de EU om tarieven in te stellen is niet alleen een economische manoeuvre, maar ook een strategische verdediging van de lokale industrie.
De voorgestelde tarieven, die variëren op basis van de mate van overheidssteun die Chinese fabrikanten ontvangen, kunnen het concurrentielandschap veranderen. Tesla krijgt bijvoorbeeld te maken met een tarief van 7,8% voor auto’s die in China zijn geproduceerd, terwijl bedrijven als SAIC te maken kunnen krijgen met tarieven die oplopen tot 35,3%. Deze tarieven zijn bedoeld om wat de EU ziet als ‘oneerlijke concurrentie’ tegen te gaan. De stap is echter beladen met mogelijke repercussies, waaronder vergelding vanuit China. Duitse autofabrikanten, die zwaar investeren in de Chinese markt, vrezen dat dergelijke maatregelen een handelsconflict kunnen uitlokken. Daarom heeft Duitsland, onder druk van zijn autosector, besloten om tegen de tarieven te stemmen, onthullen insiders.
Terwijl landen als Frankrijk, Italië, Griekenland en Polen de tarieven steunen en ze als noodzakelijk beschouwen om het speelveld gelijk te maken, blijven andere landen aarzelen. De Spaanse premier heeft bijvoorbeeld zijn bezorgdheid geuit vanwege de aanzienlijke export van varkensvlees van Spanje naar China. Bovendien komt het verzet van Duitsland voort uit angst voor economische repercussies en zijn sterke handelsbanden met China.
Een strategische beslissing voor de EU en daarbuiten
Het onderzoek naar Chinese subsidies, dat in september 2023 werd gestart, onthulde dat de steun van Beijing zich uitstrekt over de hele toeleveringsketen van elektrische voertuigen, wat uitdagingen creëert voor Europese fabrikanten. Ursula von der Leyen benadrukte in haar oproep tot actie de verstoring die deze subsidies veroorzaken en drong er bij de EU op aan om haar markt te beschermen tegen kunstmatig laag geprijsde Chinese EV’s. De voorgestelde tarieven worden niet alleen gezien als een beschermende maatregel, maar ook als een weerspiegeling van von der Leyens bredere strategie ten opzichte van China. De uitslag van deze stemming kan het aanzien van haar regering en het toekomstige handelsbeleid van de EU aanzienlijk beïnvloeden.
Het besluit om tarieven in te voeren vindt wereldwijd weerklank. De Verenigde Staten en Canada hebben al tarieven tot 100% ingesteld op Chinese goederen en daarmee een precedent geschapen dat de EU zou kunnen volgen met meer gematigde tarieven. Maar gezien het grotere handelsvolume tussen Europa en China kunnen zelfs deze ‘lagere’ tarieven aanzienlijke gevolgen hebben voor de dynamiek van de internationale handel. Het besluit van de EU zal nauwlettend in de gaten worden gehouden als barometer van het veranderende wereldwijde economische beleid en de machtsverhoudingen tussen de wereldmarkten.
Voor Europese consumenten zal de invoering van tarieven waarschijnlijk leiden tot hogere prijzen voor Chinese EV’s, hoewel de exacte impact zal variëren per fabrikant en winstmarge. Hoewel deze stap gezien wordt als noodzakelijk om de Europese auto-industrie te beschermen, kan het nadelig zijn voor consumenten die op zoek zijn naar betaalbare EV-opties.