Alexander Goos Foto: InnoEnergy
Author profile picture

EIT InnoEnergy in Eindhoven is een vehikel van de Europese Commissie dat geld investeert in start-ups die een innovatieve technologie ontwikkelen op het gebied van duurzame energie. Deze herfst publiceert Innovation Origins een serie van tien verhalen over de wijze waarop EIT InnoEnergy de start-ups in zijn portfolio door de coronacrisis probeert te slepen. Alexander Goos heeft als business creation officer bij InnoEnergy de leiding over dit ingewikkelde en soms zelfs pijnlijke proces. Samen met een klein team is Goos verantwoordelijk voor alle investeringen die EIT InnoEnergy doet in de start-ups. Deel 3 van een drieluik over investeren in tijden van corona.

Welke oplossingen bieden jullie de start-ups die in problemen zijn gekomen?

“Wat we kunnen doen, is beperkt. Het is de ondernemer die het moet doen. We kunnen wel helpen met geld. Dat doen we waar het de moeite waard is en waar we kunnen. Vrij snel na de lockdown hebben we twee trajecten opgestart. Bij het ene traject keken we hoe we onze eigen liquide middelen konden verhogen. Deels met nieuw geld, voor een groot deel van de Europese Commissie, en onze eigen liquide middelen. Bij het tweede traject zijn we met een stofkam door ons portfolio gegaan. Never waste a good crisis.

Vraag 1 was: ‘wat hebben de ventures nodig?’. Vraag 2 was: ‘welke ventures zijn de moeite waard om te proberen te redden, en welke niet?’.  Die keuze is heel vervelend maar het is niet anders. We hebben in een aantal sessies met de start-ups in ons huidige portfolio gekeken naar de stand van zaken: hoeveel runway (geld) hebben ze nog?  Wat is hun burn rate en kan deze omlaag? En we hebben gekeken naar de invloed van corona op hun business plan? En hoelang gaat deze crisis waarin de start-ups nu verkeren überhaupt duren? We zijn er in de meeste gevallen vanuit gegaan dat we er tot en met september heel veel last van zullen hebben. Dat bleek redelijk uit te komen.”

Maar misschien duurt de coronacrisis nog wel langer.

“We hebben het nu alleen nog maar over de ‘first impact’ van de uitbraak van Covid 19 op de start-ups. Over de ‘aftershock’ heeft niemand het nog. We zijn alleen nog maar bezig om van de eerste schrik te bekomen en elkaar daar doorheen te helpen.”

Hoeveel van de start-ups krijgen na jullie onderzoekstraject een financiële injectie?

“Op Europees niveau zijn dat er ongeveer zestig. In de eerste ronde is voor deze start-ups de urgentie als allerhoogst aangemerkt. De bedragen die ze ontvangen, variëren van 50.000 euro tot 1 miljoen euro, en alles daar tussenin. In juli is er een tweede ronde waarbij we start-ups met een tweede prioriteit gaan bekijken. Dat zijn er een stuk of dertig. Daarna komt er nog een derde ronde. Aan het einde van elke ronde kijken we hoeveel we hebben geïnvesteerd, hoeveel geld we nog in ons potje hebben en hoeveel bedrijven we daarvan nog in de volgende fase kunnen helpen.”

Het gaat dus bijna altijd om financiële steun. Wat zou er gebeurd zijn met die start-ups als jullie die steun niet geleverd hadden?

“In sommige gevallen had dat zeker een faillissement betekent. In andere gevallen dat ze concessies hadden moeten doen aan hun bedrijfsvoering en productontwikkeling. Dat zou hun kans op succes aanzienlijk verkleind hebben.”

Hoe heb je beoordeeld welke bedrijven als eerste een financiële injectie moesten krijgen?

“We zijn dag en nacht met ons portfolio bezig en kennen de start-ups erg goed. Dus we kunnen het marktpotentieel van deze bedrijven goed inschatten. Van de meeste weten we wat we in de toekomst van ze kunnen verwachten. Op basis daarvan hebben we een schifting gemaakt.”

Zijn de bedrijven die met eerste prioriteit steun kregen de beste start-ups in jullie portfolio of zijn het de start-ups die het meest urgent geld nodig nodig hebben?

“Het is een combinatie van bedrijven waarvan we de hoogste verwachtingen hebben en bedrijven die echt heel hard geld nodig hebben omdat ze anders omvallen. In de tweede en derde tranche zitten ook bedrijven waarvan we hoge verwachtingen hebben. Er zitten ook bedrijven in ons portfolio die er zo goed voorstaan dat ze geen hulp nodig hebben.”

Hoe zie je de toekomst?

“Ik denk dat we het begin van de klap die eraan zit te komen nog helemaal niet gezien hebben.”

Hoe bedoel je dat?

“Ik denk dat er in de historie van de westerse beschaving nog nooit voorgekomen is dat regeringen gezegd hebben: ‘de deur gaat op slot’. Dat is een risico dat jij en ik tot voor kort niet reëel achtten. Ik heb jarenlang in ontwikkelingslanden gewerkt. Daar is het heel normaal dat je met regeringen omgaat die de deur open en dicht doen als het ze uitkomt. Dat hoort niet bij de westerse samenleving. Het is een feit dat deze mogelijkheid er nu wel bij hoort. Het kan hier nu ook zo zijn dat de overheid zegt: het interesseert me niet hoe je heet en wie je bent, maar je deur gaat op slot. Dat zal impact hebben op de manier waarop we met elkaar omgaan, op ons investeringsklimaat en hoe onbevangen we de toekomst ingaan. De gevolgen daarvan komen nog. Iedereen doet nu braaf wat er verwacht wordt. We houden afstand. We doen een mondkapje op. De kinderen gaan parttime naar school. Nog maar heel weinig mensen hebben zich boos gemaakt. De meeste mensen zitten in de fase: ‘corona doet mij niks, ik ben jong en gezond’. Of ze zitten in een fase dat ze een beetje bang zijn voor dit virus. De impact op de economie zie je nog nauwelijks. Er zijn bijna geen ontslagen. Alles wordt in leven gehouden. Er zijn weinig faillissementen. Wij werken daar ook aan mee. Maar volgend jaar is dat afgelopen.”

Waarom is dat volgend jaar afgelopen?

“Veel steunregelingen van de overheid gaan over uitstel van betalingen. Die moeten ze op een gegeven moment toch gaan inhalen. Vroeg of laat slinken de reserves van de grootste bedrijven ook. Dan gaan er meer ontslagen vallen. Veel investeringen komen niet tot hun recht omdat de markt er niet meer is. Europa zoekt nu een oplossing in goedkoop geld door de rente laag te houden. Maar daar doe je de markt geen goed mee. Ik verwacht dat het economisch klimaat een optater krijgt.

Tegelijk denk ik dat het klimaat voor start-ups zal veranderen. Het tijdperk van 25 jaar outsourcen komt tot een einde. Ik denk dat we naar een ‘supply chain’ gaan van niet meer dan 2000 kilometer. Ik denk dat we – weliswaar geautomatiseerd – toegaan naar productie binnen Europa. Ik denk dat we toegaan naar een homogenere Europese markt en ik hoop dat de muren rondom Europa hoger opgetrokken worden. Ik denk dat we afstappen van het idee dat een start-up zo snel mogelijk moet groeien en dat we op zoek gaan naar start-ups met een lager risicoprofiel. Dat past beter bij de Europese mentaliteit. Ik verwacht dat er veel innovaties aankomen: hardship en crisis zijn altijd een hele vruchtbare voedingsbodem.”

Geloof je niet dat er een vaccin gevonden wordt?

“Ik denk dat het virus duidelijk maakt dat het systeem niet berekend is op zo’n grote zorgvraag. Daardoor is de economie op slot gezet. Ik maak me zorgen over de impact van dat op slot zetten. De tsunami van economische malaise is nog niet echt op gang gekomen. De werkloosheidscijfers in de VS zitten nu in de buurt van die van de jaren ‘30 van de vorige eeuw. De reactie op de crisis komt in Europa veel trager op gang omdat onze economie socialer is ingesteld. Ontslag is moeilijker en voor elkaar zorgen is belangrijk. In de VS zie je die klap veel sneller.”

Maar die klap komt dus ook in Europa?

“Ik vermoed van wel.”

Denk je dat deze crisis leidt tot een ander investeringsprofiel binnen Europa?

“Ja. Het Amerikaanse investeringsmodel past niet goed bij onze economie. Het model dat we allemaal gebruiken is: ik leg 1 euro in en haal er over vijf jaar 10 euro uit. Waarom? Omdat ik jou agressief naar de toekomst waardeer. Als de mentaliteit van de partij die mijn aandelen overneemt hetzelfde is, werkt die door. Maar zo werkt het eigenlijk niet. In Europa zijn we veel meer van de gedegen engineering. Dingen moeten kloppen. We kijken naar de balanswaarde en de asset value. In Europa zijn we goed in het uit de grond trekken van bedrijven op een hele solide manier.”

Hoe bedoel je dat?

“Duitsland is daar een goed voorbeeld van. Middenstandsbedrijven met meer dan een miljard omzet per jaar bestaan vaak al generaties lang. Die bedrijven zijn diep geworteld in hun land en in hun regio. Ze zijn onderdeel van de hele keten van toegevoegde waarde. Dat kennen ze in het Angelsaksische investeringsmodel veel minder. In Europa zijn we daar goed in. Maar zo investeren we venture capital nu eigenlijk niet. Ik verwacht dat we daar nu wel naar toe gaan. We zullen minder inzetten op agressieve groei op korte termijn en meer op langetermijnrelaties van start-ups en hun lokale stakeholders.”

Lees ook van dit drieluik:

deel 1:Spoeling van start-ups waarin wij investeren is dun

deel 2: ‘Start-ups die failliet gaan door Corona is kapitaalvernietiging‘.