© IO
Author profile picture

De vorig jaar door Amsterdam en Eindhoven vastgestelde ‘vier principes voor digitale stad’ krijgen een landelijke invulling. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) roept in een ledenbrief de gemeenten in Nederland op “om actief deel te nemen aan de activiteiten van het kennisnetwerk Smart Society en deel te nemen aan het traject om de principes verder uit te werken”.

Deze vier principes gaan onder meer over de doelen van digitale infrastructuur, de rol van de overheid en de openheid van gegevens. Begin 2017 hebben Eindhoven en Amsterdam deze principes geformuleerd en ingevoerd op basis van hun ervaringen met de inzet van nieuwe technologieën in de publieke ruimte. Binnen het nieuw opgerichte kennisnetwerk Smart Society kunnen gemeenten met deze principes aan de slag.


E52 heeft in een boekje 35 verhalen verzameld die een beeld geven van de pogingen die de stad doet om een “smart society” te worden. Bestel het hier – het boek is er ook in een Engelse vertaling.


“Er komen steeds meer sensoren die data verzamelen van bewoners en bezoekers”, zo zegt een woordvoerder van de gemeente Eindhoven. “Vaak hebben we er niet eens weet van. De overheid is aan zet om de toegang tot de infrastructuur te waarborgen en de nieuwe innovatiekansen te bevorderen. Willen we koplopers zijn op het gebied van digitalisering en onze inwoners als eerste laten profiteren van innovatieve ontwikkelingen, dan moeten we zorgen dat het voor alle spelers duidelijk is onder welke condities we nieuwe initiatieven welkom heten.” Om dat mogelijk te maken hebben Eindhoven en Amsterdam begin 2017 spelregels afgesproken. “Deze moeten ervoor zorgen dat het gebruik van data en de infrastructuur niet alleen gebruiksvriendelijk maar ook veilig, transparant en eerlijk gebeurt.”

Het net opgerichte kennisnetwerk Smart Society is zowel een online als offline ecosysteem en marktplaats voor gemeenten, bedrijven en wetenschap. In de ledenbrief vraagt de VNG gemeenten om op ambtelijk niveau actief deel te nemen aan activiteiten van het kennisnetwerk, dat bijdraagt aan de ambities van de Digitale Agenda 2020 van de VNG.

Dit zijn de principes voor de digitale stad:

1. De digitale infrastructuur moet bijdragen aan een leefbare, gezonde en veilige stad. De infrastructuur is er voor iedereen in de openbare ruimte van de stad, ongeacht sociale positie en inkomen. De infrastructuur is goed beschikbaar en toegankelijk en is toekomstvast en veilig. Zij is ingericht conform gemeentebrede standaarden en de Europese en landelijke wet- en regelgeving rond privacy en security.
2. De marktpartijen, instellingen, overheden en bewoners zijn producent en consument van de digitale infrastructuur en van de ‘slimme diensten’ die daar gebruik van maken. Samen, in co-creatie of alleen en waar dat voor hen wenselijk respectievelijk nodig is om het leven van burgers in de stad beter te maken en de stad te helpen zich economisch te ontplooien. De overheid regisseert en reguleert waar dat nodig is om de toegang, beschikbaarheid en de veiligheid van de digitale infrastructuur te waarborgen voor iedereen in de digitale stad.
3. De gebruikte technologie voor de digitale infrastructuur en Internet of Things is bekend, veilig (secure) en interoperabel, kent ‘open interfaces’, ‘open protocollen’ en maakt gebruik van ‘open standaarden, tenzij…’ landelijke of Europese standaarden anders aangeven. Deze zijn leidend. Bewoners weten welke apparatuur in ‘hun omgeving’ is geplaatst, hebben daar invloed op en kunnen daar gebruik van maken.
4. Data is ‘open en gedeeld tenzij…’ de wet- en regelgeving rondom privacy en security anders aangeeft en tenzij de data-eigenaar de data niet wil delen. De data over de bewoner is van de bewoner; zij is de eigenaar en beslist wat ermee gebeurt. De data van de digitale infrastructuur verzameld in en over de publieke ruimte is publiek goed.

In juni 2017 heeft de VNG afgesproken méér op zoek te gaan naar gezamenlijke uitvoering door gemeenten, op diverse terreinen. VNG in de ledenbrief: “Dat we op de schouders van Eindhoven en Amsterdam kunnen gaan staan is een mooi voorbeeld van de gedachte achter Samen Organiseren. De werkwijze van Samen Organiseren kenmerkt zich door een grote betrokkenheid en sturing van gemeenten zelf, onder meer in de vorm van het van onderaf aandragen van projecten en vraagstukken.”