Author profile picture

Ze hielden zich bewust onder de radar. Met hun, naar eigen zeggen, simpele maar innovatieve idee. Als ze er teveel over zouden onthullen, zouden anderen zo met hun idee aan de haal kunnen gaan. Na tweeënhalf jaar is het dan toch echt tijd om hun idee te ‘claimen’ zoals Arno Hermans en Victor Beerkens, eigenaren van 3Dmouthguard, het zelf noemen. De tijd is rijp. Hun idee, een 3D-geprint sportbitje, is werkelijkheid. Afgelopen zondag was de “technical launch”, voorafgaand aan de wedstrijd Oranje Rood – Bloemendaal. 

Het begon op een zondagavond op de bank. Na een middag over technologie en innovatie te hebben gelezen en ’s avonds scorende sporters te zien glimlachen, had Hermans een ingeving. Glimlachen met een bitje in de mond: Wat als je zo’n bitje zonder ‘gipshappen’ en al die andere handmatige handelingen, met een 3D-printer kan maken?

“Ben je je bitje kwijt: een druk op de knop en je hebt een nieuwe”Victor Beerkens, Co-founder 3Dmouthguard

Dat was in september 2015. Precies aan de vooravond van hun start met Sport eXperience, een  acceleratieprogramma voor startups die zich specifiek op de sportwereld richten. Dat programma is gestart en uitgewaaierd naar onder meer Kopenhagen. Beerkens: “Arno kwam met de vraag of we misschien iets met zijn idee konden. Een ideaal moment om zelf te ondervinden hoe je van een idee naar een product komt.” Daarmee valideerden we eigenlijk Sport eXperience.” 

Een kort marktonderzoekje, thuis op de bank, wees uit dat er 3 miljoen hockeyers en eenzelfde aantal aan rugbyers wereldwijd rondloopt, vertelt Hermans. “Wat natuurlijk nog niet wil zeggen dat zij allemaal tot onze doelgroep behoren. Maar potentieel heeft het.” Een bitje is verplicht bij hockey. Je kunt er een bij de Perry Sport of Intersport kopen of op maat laten maken bij de tandarts. Dat eerste is relatief goedkoop maar van zo’n product is niet bewezen of het ook echt veilig is en dat laatste is een tijdrovend, en daarmee een duur proces: happen, een mal maken en het bitje om de tanden vouwen. 

Al snel volgde de samenwerking met NHL Stenden Hogeschool Emmen, de enige hogeschool in Nederland met materiaalkunde. Aan hen stellen de heren, in eind 2015, de vraag of het überhaupt wel mogelijk is om zo’n 3D-geprint bitje te maken. “Ja, ik zag er meteen iets in”, vertelt Jan Jager, deeltijd lector bij Stenden en nauw betrokken bij het onderzoek naar het hergebruik van kunststoffen en de ontwikkeling van nieuwe producten met zo afbreekbaar mogelijk materiaal. “We waren zelf al bezig met 3D-printen en dit idee sprak zo aan. Iedereen kent het.” Hij ging op zijn beurt, samen met Corinne van Noordenne, onderzoeker Green PAC, op zoek naar een materiaal dat flexibel en veilig genoeg zou zijn om zo’n bitje te maken. Dat vonden ze bij de Koninklijke DSM, Arnitel, een flexibel en voor 50% afbreekbaar materiaal.

Dat is de materiaalkant maar er moet ook een afdruk van de tanden gemaakt worden. Daarvoor kwamen ze terecht bij Carestream Dental, die onder meer intra orale scanners ontwikkelen. Dit internationale bedrijf is een afsplitsing van het voormalige Kodak. “Met 8000 medewerkers, een hoofdkantoor in Canada en Parijs en een klein kantoor in Nederland, geen kleine jongen”, vindt Hermans. Ook Carestream Dental ging met Hermans en Beerkens in zee.

De eerste tests waren bij oud-hockeyer en international Teun de Nooijer thuis. Via het Bredase bedrijf Princess waren ze met De Nooijer in contact gekomen. Op een campingstoel, met de 3D-printer van Stenden en de scanner van Carestream Dental werden de gebitten van spelers van Bloemendaal gescand. Beerkens: “Wat we niet hadden verwacht, was dat scannen alleen al zo interessant was voor die kids. Ze stonden met zijn allen rond een speler te kijken hoe zijn gebit gescand werd, als een magneet.” 

Wat volgde was een periode van valideren en tips op doen. Hermans: “Vooral die jonge meiden vinden het zo vies dat er slijm uit je mond komt als ze hun bitje uit doen. Of we daar niet iets op konden vinden.” Of de tip dat het materiaal wel tegen een wasje in de wasmachine moet kunnen, een bitje blijft wel eens in de trainingsbroek zitten. 

Richard van der Oost is CTO van 3Dmouthguard. Omdat hij zijn studie werktuigbouwkunde saai vond, begon hij, op 20-jarige leeftijd, een eigen bedrijf in 3D-animatie. Dat bedrijf groeide en inmiddels heeft hij er drie. Beerkens benaderde hem om de software te ontwikkelen die de scan kan lezen en vertalen naar een voor een 3D-printer te lezen plaatje: wat is de onderkant van het gebit, wat zijn de laagste punten, wat is de voorkant en hoe krijg je dat passend in een bitje? Van der Oost: “Er is eigenlijk heel 2017 overheen gegaan maar in januari werkte het echt. Vorige week hebben we het gebit van Robert van der Horst (speler bij Oranje Rood) gescand, dat we vandaag, 15 april, printen.” 

Voor de laatste schakel in het hele proces is er een Lets bedrijf, Mass Portal. Een samenwerkingspartner van DSM, met klanten over heel de wereld en maker van printers die uit de voeten kunnen met het materiaal waarmee de bitjes gemaakt worden, Arnitel. Kristaps Bumbulis ontwikkelt dat soort printers en voor hem is dit een interessant project: “Voor ons is sport een totaal nieuwe markt. En je hebt materiaal nodig dat flexibel genoeg is en sterk genoeg.” Binnen in de printer is het 270 graden Celsius en dat koelt wel weer af want lagen moeten hard zijn voor de volgende laag erop geprint wordt, legt Bumbulis uit. In totaal heeft zo’n bitje 300 lagen en het kost nu zo’n 30 tot 40 minuten om het bitje te printen. 

De komende maanden testen spelers van Oranje Rood en Bloemendaal het bitje en in het najaar volgt waarschijnlijk rugby. Hermans: “Er is een eerste oriëntatie geweest met de Nederlandse Rugbybond.” Er breekt een periode aan om te horen of die bitjes ook echt fijn zitten. Ook moet het materiaal veilig zijn en hopelijk laat de Food and Drug Authority (FDA) dat komende maand weten, vertelt Hermans. “De losse componenten zijn al goedgekeurd maar nu het geheel nog. DSM laat binnenkort weten of we deze horde hebben genomen.” 

Hermans: “We zijn klaar om aan de wereld te laten zien dat wij, met onze partners, het hele proces kunnen digitaliseren en automatiseren.” Beerkens: “Eigenlijk komt nu alles bij elkaar, twee jaar geleden was er, bijvoorbeeld, nog geen 3D-printer die met dit materiaal kon werken.” 

Kopen kun je de bitjes nog niet, vanaf begin 2019 verwachten de heren dat ze klaar zijn voor de “commercial launch”. Vanaf dan kun je je gebit in het clubhuis, bij de tandarts of zelfs in de kroeg laten scannen, druk je op een knop voor verzenden en je bitje rolt uit de printer. De prijs zal tussen de 60 en 80 euro liggen. Hetzelfde als wat je nu bij een club betaalt maar, zo zegt Beerkens: “Wij kunnen opschalen en wellicht de kosten verlagen en je hoeft maar een keer je gebit te laten scannen. Ben je het bitje zat, wil je een nieuwe kleur of ben je het kwijt: een druk op de knop en je hebt een nieuwe.” 

3Dmouthguard is een van de startups die in 2017 een subsidie kreeg uit het stimuleringsfonds van de Metropoolregio Eindhoven.