Author profile picture

In zijn columns schrijft Maarten Steinbuch geregeld over de Eindhoven Engine, een idee uit zijn koker dat inmiddels omarmd is binnen de kaders van de ‘Regiodeal’. Brainport Development sprak met Clement Goossens, hoofd innovation strategy & partnerships van de TU/e en kartrekker van de Engine.

Wat is de Eindhoven Engine?
“Wij noemen het een delta, een top bovenop het al aanwezige ecosysteem, bestaande uit drie lagen. De onderste laag bestaat uit bedrijven die zelf aan innovatie doen, de tweede laag betreft joint research projecten van onderwijsinstellingen en bedrijven, en de bovenste laag (het topje van de driehoek) is een fysieke locatie om die andere twee lagen samen te brengen. Zo kunnen we een unieke koppeling van talenten realiseren. Talenten die het in zich hebben om disruptief te innoveren, gamechangers voor de wereld. Juist niet alleen onderzoekers en wetenschappers van bedrijven en onderwijsinstellingen, maar ook de knappe koppen van morgen. We willen de ruimdenkende spirit van ambitieuze studenten binnen de Eindhoven Engine samenbrengen met innovatieve ondernemers. Samen kunnen ze in een nog sneller tempo oplossingen bedenken voor de zogeheten sustainable development goals.”

Waarom is het nodig?

“Een gezamenlijke researchlocatie waar verschillende partijen verschillende thema’s onderzoeken en elkaar daarin kunnen vinden, letterlijk om de hoek, is essentieel om de versnelling te maken. Neem bijvoorbeeld een team dat onderzoek doet naar krachtige batterijen, een team dat onderzoek doet naar connected driving en een team dat onderzoek doet naar lithografie. Zij kunnen elkaars kennis en producten heel goed gebruiken om verder te komen op het gebied van elektrisch en automatisch rijden. Hoe handig is het dan als ze op een steenworp afstand zitten van elkaar en elkaars onderzoek kunnen beïnvloeden? Juist geen private R&D, maar publiek-private R&D, voor en door de regio.”

Waarom past dit juist goed in Brainport Eindhoven?
“Dat heeft veel te maken met de Philipsgeschiedenis in deze regio. Daarmee is een sterk besef van de noodzaak voor een gezamenlijke strategie ontstaan. Dat besef is inmiddels zo diep geworteld, dat een samenwerkingsverband als de Eindhoven Engine juist hier mogelijk is. De mensen in Brainport Eindhoven denken niet heel hiërarchisch en zijn technologisch ondernemend. Hier heerst de aanpakmentaliteit, op alle niveaus.”

Wat is nog nodig voor realisatie van de Eindhoven Engine?
“In de beginfase hebben we – letterlijk en figuurlijk – voldoende experimentele ruimte nodig, om te ervaren hoe we zo gestructureerd en tegelijkertijd zo open mogelijk de samenwerking kunnen organiseren. We hebben een pilotfase van vijf jaar voor ogen, waarvoor we een co-locatie zoeken om een aantal projecten onder te brengen. In die periode willen we groeien van 50 naar 250 fte. Dat kost geld, dus dat hopen we vanuit de Brainport Nationale Actieagenda te realiseren. Na een succesvolle pilotfase dragen we de Eindhoven Engine met een gerust hart over aan private investeerders. Uiteindelijk moet de Eindhoven Engine, net als nu het Evoluon, een lichtend baken van innovatie worden.”

Wat gebeurt er nu al goed in de regio op dit gebied?
“Innovatieve partijen vinden elkaar al heel goed in het opstellen van een gezamenlijke strategie. Er bestaat hier een sterk netwerk dat goed benut wordt. Dat heeft een succesvolle uitwerking en daarmee heeft Brainport Eindhoven een wereldwijde aantrekkingskracht gekregen. De Eindhoven Engine zal dat verder vergroten, zodat we duizenden knappe koppen per jaar naar deze regio kunnen halen.”