© Flying Forward 2020
Author profile picture

Het afleveren van spullen, het vervoeren van medische apparatuur of het scannen van gebouwen voor voorspellend onderhoud. De mogelijkheden voor het gebruik van drones zijn eindeloos. De technologieën zijn er. Het nadenken over regels rond deze stedelijke luchtmobiliteit, is de volgende stap. Dat is waar Flying Forward 2020 mee bezig is. 

Flying Forward 2020 (FF2020) is een driejarig onderzoeksproject waarin een nieuw systeem voor stedelijke luchtmobiliteit (UAM) wordt ontwikkelen. Het programma is in december 2020 van start gegaan en loopt nog tot november 2023. Er zijn allerlei tests gepland in vijf zogenoemde proeftuinen.

Een daarvan is de High Tech Campus Eindhoven (HTCE). Afgelopen week gingen daar de eerste test van start. Daarmee gaven ze gelijk ook een sneak preview van wat we in de nabije toekomst kunnen verwachten op het gebioed van drones in een stedelijke omgeving.

“Ik ben blij met wat we vandaag hebben laten zien, maar we hebben nog grotere ambities”, vertelde Ted van Hoof aan Innovation Origins. Hij is HTCE’s projectmanager stedelijke luchtmobiliteit. 

‘Last mile’

De tests in de HTCE gaan door tot september. Daarna starten pilots in het veldlab van Milaan. Alle betrokken labs delen de opgedane kennis met elkaar. In het lab van de HTCE is geëxperimenteerd met vijf gebruikscases van drones. Zo werden UAV’s ingezet voor het onderhoud van gebouwen. Via hun camera’s kunnen vliegtuigen de gevels van een gebouw scannen om de staat van het pand te controleren. 

A drone inspecting a building – © Flying Forward 2020

“Het gebruik van drones voor dit doel is niet nieuw. Bedrijven hebben ze al eens ingezet voor het inspecteren van kerktorens voor onderhoudsdoeleinden. Onze drones vliegen echter autonoom. Het toestel kan zelf erheen vliegen, het gebouw scannen, en de beelden uploaden naar het softwaresysteem”, legt Van Hoof uit. 

Via het drone-serviceplatform dat binnen het project ontwikkeld wordt, kan elke missie tot op de meter nauwkeurig gepland worden. Eerst wordt het vlieggebied afgebakend. Daarbij is ook het markeren van no-fly zones mogelijk. Daarna wordt de vliegroute van de drone in een elektronische kaart ingebracht.  Dan kan de missie beginnen.

Veiligheid

In Eindhoven werden drie praktische toepassingen getest: het afleveren van eten, het vervoeren van goederen en het aanleveren van een AED-apparaat. In al deze gevallen vliegt het toestel van zijn dockingstation naar het afleverpunt. Zodra de missie is voltooid scant het vliegtuig ter controle een QR-code op de plek waarop het is geland. 

Verspeid over de hele campus zijn sensoren en detectiecamera’s aangebracht die informatie doorsturen naar het controlesysteem. Deze detectie-infrastructuur komt ook van pas bij een andere test met drones op de HTCE: beveiliging. Als via de camera’s en sensoren een potentiële noodsituatie wordt gedetecteerd, wordt het drone-systeem gealarmeerd. De onbemande drone vliegt naar de plaats waar een sensor iets eeft waargenomen, om de situatie daar te controleren en beelden naar de campusbeveiliging te sturen. 

Optimaliseren van diensten

Van Hoof: “Deze toepassing is volgens mij de toepassing met de meeste potentie. Op de HTCE is het drone-platform verbonden met de sensoren. Ongetwijfeld moet deze toepassing nog worden verfijnd. Bijvoorbeeld door camera’s op de juiste hoeken te plaatsen. Maar ik denk dat dit een van de mogelijkheden is die we direct kunnen gebruiken.”

De HTCE wil echter meer. “Aan de ene kant kunnen we technologie en innovaties helpen versnellen. Anderzijds kunnen we werken aan het optimaliseren van de diensten die we binnen de campus kunnen aanbieden,” stelt Paul van Son, innovatiemanager van de High Tech Campus.  In die zin kan de integratie van drones in de campus, de HTCE helpen een stap voorwaarts te zetten en versneld naar CO2-neutraliteit te gaan.

A drone takes off for food delivery – © Innovation Origins

Sociale acceptatie

Bij een dergelijk proces kan ook het onderwerp sociale acceptatie niet worden vemeden. “In januari hebben we een enquête verstuurd naar alle campusbewoners om hun mening te peilen over rondvliegende drones. De meesten gaven ons positieve feedback,” merkt Van Hoof op. In de komende weken start een tweede analyse. 

Van Hoof: “,,Verschillende onderzoeken suggereren dat als er een willekeurige drone voor je raam zweeft, je dat waarschijnlijk niet leuk gaat vinden. Als het echter gaat om een ambulance-achtig exemplaar met een sirene die een AED bij zich heeft, gaat niemand klagen.”

De taken die drones gaan vervullen bepalen mede de integratie in de maatschappij. Maar ook de manier waarop ze de operaties uitvoeren is van belang bij die acceptatie. Bijvoobeeld door ze hoog genoeg te laten vliegen zodat ze nauwelijks opvallen. Ervoor zorgen dat ze recht op de grond opstijgen en landen.  Aan technologie ontbreekt niet. Aan een regelgevend kader wel. Om dat op te kunnen stellen moet er verder worden getest, waarbij autoriteiten richtlijnen moeten schetsen voor het veilig vliegen met drones in de stedelijke ruimte. Want alleen dan kan uiteindelijk het paar schoenen dat je online hebt besteld, door een drone bij je thuis worden afgeleverd.