Author profile picture

About Biota Nutri

  • Founders: Peter Klein
  • Founded in: 2017
  • Employees: 20
  • Money raised: -
  • Ultimate goal: contribute to creating a world where circular, organic growing is accessible to everyone

Kunstmest is onmisbaar voor onze voedselvoorziening. Wereldwijd doen telers echter nog steeds vaak een beroep op chemische varianten, die niet al te gezond zijn voor de bodemstructuur en de planten. Biota Nutri wil het anders doen en produceert organische meststoffen gemaakt van reststromen. In deze aflevering van Start-up of the day, vertelt oprichter en CEO Peter Klein over hoe het ervoor staat met zijn bedrijf.

Wat doet Biota precies?

“Wij maken vloeibare, biologische meststoffen die net zo effectief zijn als chemische varianten. Daarbij maken we gebruik van reststromen uit de procesindustrie. Denk maar aan afval afkomstig van biergist of de tuinbouw. 80 procent van de ingrediënten die we nodig hebben voor onze receptuur maken we zelf en de rest halen we elders vandaan. 

Momenteel exporteren wij onze voedingslijnen naar zo’n 25 verschillende landen. We vermarkten aan de professionele landbouw en retail en richten ons voornamelijk op urban en vertical farming.”

Hoe ben je op het idee gekomen om Biota te starten?

“Ik ben zelf ooit bloemen- en groentekweker geweest. Daar had ik veel te maken met chemische meststoffen en ik vroeg me af of dat eigenlijk wel nodig was. Ik was er van overtuigd dat organische meststoffen prima een plant moeten kunnen voeden. Om dat te bewijzen ben ik voor mezelf begonnen.”

Wat is het voordeel van organische meststoffen?

“Wanneer je veelvuldig chemische meststoffen gebruikt dan krijg je te maken met corrosie, oftewel: de afbraak van je bodemstructuur. Het bodemleven gaat dan achteruit en je planten worden sneller ziek. Dat is niet het geval met organische meststoffen. Dat organisch gevoede planten weerbaarder zijn zie je ook terug tijdens droogtestress. Ze herstellen na een droge periode namelijk beter. 

Ook ligt het energieverbruik van de productie van organische meststoffen veel lager. Wij gebruiken gemiddeld zo’n 85 procent minder energie in ons productieproces.

Daarnaast doen wij natuurlijk iets nuttigs met reststromen. Je kan op die manier lokale problemen oplossen. In Nederland gebruiken we bijvoorbeeld afval afkomstig van bierbrouwerijen. Maar we zijn bijvoorbeeld ook in Oeganda een project aan het opzetten waarbij we bepaalde waterplanten uit meren -die een grote last vormen voor de lokale vissers daar – gebruiken om meststoffen van te maken.”

Waar ben je tot nu toe het meest trots op?

“Op het feit dat onze biologische producten net zo effectief zijn als chemische varianten. Dit meten we door de hoeveelheid geoogste producten te kijken. Men zegt altijd dat je de wereld niet kan voeden met organische meststoffen maar dat is dus wel degelijk zo. En op den duur laten we de concurrentie zo eigenlijk achter ons. Daar zijn we ontzettend blij mee.”

Tegen welke uitdagingen loop je aan?

“Alles wat te maken heeft met regelgeving, registratie en certificering is een ware uitdaging. Want per land kan dit enorm verschillen. Canada is bijvoorbeeld veel strenger dan Amerika als het gaat om regelgeving. Zo zijn er verschillen in grondstoffen die je mag gebruiken in je producten. Het liefst leveren we al onze producten door middel van een enkel, gestroomlijnd proces, maar dat kan een hele puzzel zijn.”

Wat is de volgende stap?

“Ons volgende doel is om niet alleen een gelijke, maar een hogere productie te behalen met organische meststoffen in vergelijking met chemische varianten. Over het algemeen zijn ze wat duurder, maar als de productie ook maar een paar procent omhoog gaat, en we dan ook nog de bodem gezond kunnen houden, dan is er helemaal geen reden meer om niet voor organisch te gaan. Uiteindelijk hoop ik dat we zo een mooie bijdrage kunnen leveren aan het verduurzamen van deze aardbol.”