© Hermann Traub, Pixabay
Author profile picture

Tientallen jaren lang hebben de mensen rivieren gebruikt als waterwegen en ze voor dit doel veranderd, rechtgetrokken en ingesnoerd. Tegelijkertijd is steeds meer grond bebouwd en verhard, zodat het regenwater ter plaatse niet meer kan wegsijpelen. Het loopt snel weg en komt in de rivieren terecht. Dat leidde afgelopen week in West-Duitsland tot een overstromingsramp van ongekende grootte. Meer dan 150 mensen kwamen om en velen worden nog vermist. De Duitse planoloog Christian Albert pleit nu voor de aanpak zoals in Nederland. Biedt het water weer de ruimte. Het project dat na de overstromingen in 1993 en 1995 in gang werd gezet, blijkt in de praktijk te werken. Noord-Limburg, maar de werkzaamheden net waren afgerond, ontsnapte aan een derde watersnoodramp.

“De eerste reflex is echter in Duitsland vaak: we verhogen de dijk”, zegt prof. dr. Christian Albert. Hij bekleedt de leerstoel voor milieuanalyse en planning in grootstedelijke gebieden aan de Ruhruniversiteit Bochum (RUB). Maar dergelijke technische maatregelen verschuiven het probleem alleen maar stroomafwaarts, zo stelt hij.

Met de natuur samenwerken

Met zijn team heeft hij een handboek gepubliceerd over op de natuur gebaseerde oplossingen voor overstromingsbescherming. “We moeten met de natuur samenwerken tot wederzijds voordeel. Alleen dan zullen oplossingen op lange termijn werken”, benadrukt de onderzoeker. De mogelijkheden zijn talrijk. Je kunt oude armen weer met elkaar verbinden door rivieroevers te verlagen en zo weer uiterwaarden te creëren die bij overstromingen onder water kunnen komen te staan. Zorg ervoor dat er bredere randstroken worden geplant aan de zijkanten van landbouwgebieden, die de bodemerosie verminderen door meer ruwheid en waardoor het water gemakkelijker wegsijpelt.

Groene infrastructuur’ hebben Albert en zijn team het concept genoemd, dat uit tal van afzonderlijke maatregelen kan bestaan. “Het begint met het groene dak van een garage”, zegt Christian Albert. Tuinen, volkstuinen, akkers en parken spelen ook een rol. “In Kopenhagen bijvoorbeeld is het Lindevang Park ontworpen om overtollig regenwater op te vangen bij hevige regenval. Het park is dus niet alleen een zeer aantrekkelijk nieuw recreatiegebied. Het doet ook dienst als opvangbekken voor regenwater”. Een ander voorbeeld is het Phoenixmeer in Dortmund. Mocht het ooit tot een zeer sterke overstroming van de Emscher komen, dan kan het meer dit tijdelijk opvangen.

Samen oplossingen vinden

Christian Albert. © RUB, Marquard

Toch blijft het moeilijk deze plannen in praktijk te bergen. Uit een analyse van de managementplannen voor hoogwaterrisico 2012 – 2015 van de deelstaten Hessen, Niedersachsen und Sachsen, die Alberts maakte, blijkt dat slechts in 9 procent van de gevallen voor zulke maatregelen werd gekozen. (Zie ook: Hoogwaterrisicoplannen Nordrhein-Westfalen en Baden-Württemberg). “Bovendien hebben we onderzocht welke criteria bevorderlijk zijn voor op de natuur gebaseerde oplossingen die worden voorgesteld”, legt Christian Albert uit.

In de geanalyseerde plannen werd aan dergelijke maatregelen meer aandacht besteed wanneer het ging om kleinere zijrivieren en situaties met een gering overstromingsrisico. De overweging hing ook af van de wijze waarop de verantwoordelijken de doeltreffendheid en de verwachte kosten en baten ervan beoordeelden. “Zij gingen er vaker van uit dat op de natuur gebaseerde oplossingen meer plannings- en administratiekosten veroorzaken en minder doeltreffend zijn dan andere beschermingsmaatregelen.”

‘Samen oplossingen vinden’

Natuurlijk moeten er hordes worden genomen. Daar is Christian Albert zich zeer van bewust. Natuurgerichte oplossingen hebben meer ruimte nodig dan technische. Zij hebben ook meer tijd nodig voor de tenuitvoerlegging. Zij komen, aldus Albert, niet overeen met de gewoonten van degenen die betrokken zijn bij de bescherming tegen overstromingen en voor wie de bevaarbaarheid van de rivieren overeenkomstig de wettelijke voorschriften tot nu toe de hoogste prioriteit heeft gehad. Soms dwingen ze mensen hun gebruikelijke activiteiten te beperken. “Je moet met al die mensen praten en samen oplossingen vinden”, zegt Albert, “en dat kost veel moeite.”

Meer ruimte bieden aan het water, is het parook. © Michael Gaida, Pixabay

Maar het is de moeite waard. Daar is de onderzoeker van overtuigd. “Als zo’n maatregel eenmaal is doorgevoerd, zijn mensen vaak verbaasd over hoe mooi het opeens is geworden”, stelt hij. Samen met zijn team geeft de milieuplanner dan ook praktische adviezen in het kader van zijn wetenschappelijk werk. Met computerondersteuning kan het team bijvoorbeeld gebieden aanwijzen die zich lenen voor een op de natuur gebaseerde bescherming tegen overstromingen.

Handboek

“We willen begrijpen hoe stedelijke ecosystemen functioneren. Dit zal ons in staat stellen tekortkomingen te identificeren, uitdagingen te vinden die zullen ontstaan in het licht van de klimaatverandering en strategieën te ontwikkelen voor leefbare steden voor mens en natuur”, aldus Albert.

Op basis van hun ervaringen heeft het onderzoeksteam een handboek en een beleidsnota voor praktijkmensen gepubliceerd: Planung naturbasierter Lösungen in Flusslandschaften. Ein Handbuch für die Praxis, Oekom-Verlag, München, 2021, 120 Seiten, ISBN 9783962383091; online beschikbaar.

Ook interessant: Groter overstromingsgevaar door gelijktijdige stormvloeden en hevige neerslag in Noord-Europa 

Bron:“Rubin – Ruhr-Universität Bochum”