Author profile picture

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Carlo van de Weijer, Daan Kersten, Lucien Engelen en Tessie Hartjes, probeert E52 uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. De vijf columnisten zijn allemaal op hun eigen manier bezig met technologieën die oplossingen voor de problemen van onze tijd kunnen leveren. Deze zondag is Carlo van de Weijer aan de beurt.

Hier alle afleveringen van [MORGEN BETER]

Heeft u er ooit wel eens bij stilgestaan dat de Stijl, de wereldbekende Nederlandse kunstbeweging, een gevolg is geweest van technologisering in de vorm van de gloeilamp – hét exportproduct van Eindhoven?

Dit jaar bestaat de Stijl 100 jaar en dat wordt op meerdere plekken en in verschillende vormen in Nederland gevierd. De zoektocht van de Stijl naar een totaal ‘nieuwe’ kunst die de samenleving moest moderniseren vindt zijn oorsprong in de elektrificatie van de huishoudens in dezelfde periode.

Van oudsher was de kamer de centrale plek waar het hele gezinsleven zich afspeelde. In de arbeiderswoningen werd de hout- of kolenkachel gebruikt voor de verwarming, als fornuis maar ook voor de verlichting. Als men het kon betalen gebruikten de bewoners rond de tafel nog een kaars. Met het licht van deze kaars concentreerde ook het hele gezinsleven zich rond de tafel en in deze ruimte.

Kaarsen waren voor de gewone man een duur goed maar met de elektrificatie van huishoudens werd het betaalbaar om in meerdere aparte kamers een lichtbron te hebben. Het gezin hoefde dus niet meer met z’n allen ’s avonds in één kamer te zitten om een spelletje te spelen of een boek te lezen maar men kon zich terugtrekken in een eigen kamer. Meer individualisering is een van de onbedoelde sociale gevolgen van deze elektrificatie.

Food for thought: is whatsapp dan eigenlijk niet het digitale equivalent van de oude keukentafel qua sociale betrokkenheid binnen een gezin?

“Wat heb je aan contrast als je het niet kan zien?”Tessie Hartjes,

Een ander onbedoeld effect is dus het ontstaan van de Stijl. Dit inzicht werd mij geboden na een bezoek aan het gemeentemuseum in Den Haag. De overgang naar elektrische verlichting zorgde ervoor dat ook de lichtpunten in een kamer niet meer gebonden waren aan één centraal punt. Alle gedeeltes die normaal in het donker wegvielen werden ineens een wezenlijk onderdeel van de beleving van de bewoners. Meubels, vloeren, muren, ramen, werden daardoor onderdelen van één interieur.

En precies dat is waar de Stijl zich mee bezig is gaan houden; het openbreken van ruimtes, contrasten en abstractere vormen. Want wat heb je aan contrast als je het niet kan zien? Zelf vond ik het een fascinerende ontdekking dat de switch van kaarsen naar elektrisch licht de voedingsbodem is geweest van een dergelijk indrukwekkende kunststroming. Logisch dus dat Eindhoven inzet op technologie en design, juist op dat raakvlak gebeuren bijzondere dingen. Who knows wat we over 100 jaar vieren?