Foto: Mark de Rooij/Pixabay
Author profile picture

De spanning stijgt in Rotterdam nu bekend is dat de stad kans maakt om volgende maand tot Europese hoofdstad voor Innovatie verkozen te worden. “We willen de hele wereld laten zien wat Rotterdam aan innovatiekracht in huis heeft”, zegt Dave Geensen, projectmanager Innovatie bij de gemeente Rotterdam. “We kunnen er niet genoeg nieuwe ondernemingen en investeerders bij krijgen om ons ecosysteem te versterken.”

Dave Geensen

Afgelopen week werd bekend dat 12 van de 28 steden die meedoen genomineerd zijn, waaronder drie andere oude, Europese havensteden Antwerpen, Bilbao en Hamburg. Stevige concurrenten voor Rotterdam?

“Dat weet ik niet. Want ik weet niet wat zij in hun bid hebben geschreven. Dat hebben ze niet bekend gemaakt.”

Heb je gekeken naar de reden waarom Amsterdam (2016), Parijs (2017) en Athene (2018) wonnen?

“Ja, daar hebben we goed naar gekeken.”

Hoe heeft Rotterdam zich gepresenteerd vergeleken met die steden?

“In Athene hebben ze destijds gezegd: innovatie ontstaat als er een probleem is. Dan moet je innovatief aan de slag gaan om dat op te lossen. Hun profiel was dat ze weinig geld hadden. En dat ze daar inventief mee om moesten gaan. Ze moesten zichzelf opnieuw uitvinden door gebruik te maken van participatie van bewoners en ondernemers. Dat was hun propositie. Parijs heeft in haar verhaal een stevig percentage van de gemeentebegroting opgehangen aan initiatieven vanuit de maatschappij: bewoners dus. Dat is vanuit Rotterdam gezien niets nieuws. Wij zoeken een dergelijke actieve betrokkenheid als basis voor een lange termijn strategie voor de stad al wat langer. Eén van de voorbeelden daarvan is CityLab010. Daarbij maakt de gemeente geld vrij [3,3 miljoen euro per jaar, red.] voor de uitvoering van innovatieve bewonersinitiatieven.”

Zoals voorheen het Stadsinitiatief?

“Dat was de voorloper van CityLab010. [Het Stadsinitiatief was een programma van de gemeente Rotterdam dat draaide van 2010 tot 2014, waarbij er een jaarlijks budget was van 4 miljoen euro om één door Rotterdammers gekozen bewonersinitiatief uit te voeren, zoals de bouw van de Luchtsingel bijvoorbeeld, red.]. Maar dat programma speelt geen rol meer in deze verkiezing. Daarvoor is het te lang geleden uitgevoerd. De commissie vraag ons om te rapporteren over activiteiten vanaf 2018. Liefst afgerond, zodat er een duidelijk begin en einde van is zodat je de impact ervan kunt meten. Die moet je kunnen uitleggen. Als je het hebt over de komst van een innovatiehub zoals het Cambridge Innovation Center (CIC) bijvoorbeeld, moet je aangeven hoeveel nieuwe bedrijven er daardoor naar Rotterdam kwamen en wat de impact daarvan was. Je moet er getallen aan hangen: hoeveel banen en investeerders een innovatief initiatief opleverde, hoeveel meters groen de stad erbij kreeg, hoeveel zonnepanelen, hoeveel vierkante meter voor de opvang van regenwater er bijkwam door de komst van waterpleinen en groene daken. Dat soort dingen.”

Waarop zet Rotterdam in om Europese hoofdstad van 2019 te worden?

“De rode draad voor de Rotterdamse bid is ‘resilience’: in het Nederlands vertaald ‘veerkracht’. We hebben daar een stevig track record voor in de wereld. Rotterdam is een van de grondleggers van een wereldwijd netwerk van honderd resilient cities. Rotterdam is een stad die van oudsher nogal wat uitdagingen kent. Of het nou gaat om het bombardement of grootstedelijke problematiek zoals armoede of  toename van hemelwater waar we nu mee te maken hebben. Rotterdam ligt in een laaggelegen delta dus we moeten daar wel over nadenken en op klimaatverandering anticiperen. We kunnen niet afwachten. Want dan gaat het mis. Voor wat betreft de sociale problematiek: die is soms zo groot dat deze het stedelijk niveau overstijgt en we daar een nationaal programma voor nodig hebben. Dat is bijvoorbeeld het geval op Zuid. Het is niet zo dat we daar zomaar ergens een straat of wijk hebben waar de bewoners het even wat minder hebben. De problemen en uitdagingen van de stad vragen om een stevige inspanning die soms gepaard gaat met nieuwe wetgeving en programma’s die je in andere steden niet ziet. Die oplossingen zelf uitvinden zit zo’n beetje in het DNA van de stad. Ruimte voor ideeën en daar uitvoering aangeven. De Rotterdamse ‘doe-kracht’. Zo hebben we ons verhaal opgeschreven.”

http://www.rotterdaminnovationcity.com

Op welke punten is Rotterdam superinnovatief?

“De aanpak van sociale problemen springt er uit. In ons bid hebben we een innovatief initiatief in BoTu als voorbeeld daarvan genoemd, zoals de wijk Bospolder Tussendijken genoemd wordt. Resilience gaat niet altijd over klimaat. Het gaat ook over de manier waarop je mensen sociaal veerkrachtig kunt maken. Onze chief resilience officer Arnoud Molenaar is in die wijk gaan zitten en gesprekken aangegaan met bewoners met afstand tot de arbeidsmarkt. Hij is op een hele andere manier aan de slag gegaan om die mensen veerkrachtig te maken en aan werk te helpen dan gemeentes in de regel doen. En ons ‘innovatie ecosysteem’ is heel goed ontwikkeld: BlueCity, Venture Café, CIC, Merwe4havens. Dat zijn ontmoetingsplekken en innovatie hubs waar kennisinstellingen omheen zitten.”

Gaat het dan vooral om technologische start ups?

“En circulair. BlueCity is natuurlijk een circulaire hub. Dat hele ecosysteem, van kleine start ups, scale ups, investeerders, ontmoetingsplekken en kennisinstellingen die bedrijven en hun onderzoek valideren, met corporates in de stad zoals KPN en ook de gemeente en het Havenbedrijf. Er zitten hier veel grote bedrijven die kleine start-ups opzoeken. Omdat het soms fijn is voor een grote, logge organisatie om even een buitenboordmotor aan te schaffen. Om stappen te kunnen maken. Dat is in Rotterdam heel mooi in ontwikkeling. Er is heel veel aandacht in de wereld daar voor. Als je kijkt naar media-aandacht maar ook toetreders in het Groothandelsgebouw waar het CIC zit, is dat ongekend. Het CIC is begonnen op een beperkt deel van een etage. Maar ze zijn ontzettend aan het uitbreiden en zitten nu zelfs op meerdere etages doordat allerlei start-ups zich daar vestigen waardoor er een mooie groei aan de gang is. Dat haal je niet met één klein bedrijfje. Daar heb je dat hele netwerk voor nodig. Ze ontmoeten elkaar in het CIC en gaan samenwerken. Dat zie je ook bij BlueCity en ook bij het Erasmus Centre for Entrepreneurship bij de Lee Towers op Marconiplein. Vijf jaar geleden stond die ontwikkeling in de kinderschoenen. Maar die is nu stevig aan het groeien. Dat vind ik mooi. Er zijn ook lijntjes met kennisinstellingen buiten de regio Rotterdam, zoals de TU Delft. Ons innovatie-ecosysteem bloeit.”

Wordt dat ecosysteem gefaciliteerd door de gemeente?

“Ja. Er is een programma vanuit de gemeente met partners zoals de regionale ontwikkelingsmaatschappij Innovation Quarter. En we investeren ook in die hubs die ik net noemde: om daar goed in samen te werken met elkaar. Vaak zit er niet direct geld van de gemeente in. De gemeente spant zich vooral in om partijen bij elkaar te brengen. Venture Café in het CIC organiseert elke week een event. Daar hangt wel een subsidie aan. Maar die dient alleen om de start aan te jagen. Uiteindelijk moet de organisatie ervan zelfstandig draaien. Je hebt meer dan alleen Venture Café. Je hebt 42workspace op de Witte de Withstraat. Die hebben ook iedere week oploopjes. We hebben de Startup Foundation bij de Wijnhaven, daar zijn ook oploopjes. Er zijn allerlei plekken in Rotterdam waar makers en bedenkers van innovatieve bedrijven elkaar kunnen ontmoeten. De gemeente heeft daar de ene keer een actieve en de andere keer een minder actieve rol in. Bij BlueCity zijn ook netwerkbijeenkomsten. Steeds andere branches treffen elkaar op die plekken: de circulaire ondernemers vind je bij BlueCity, Life Science en Health bij de Lee Towers.”

Als Rotterdam wint, wat betekent dat dan voor Rotterdam? En voor Nederland?

“Dat we bij de finale zitten is al hartstikke mooi. Er hebben zich 28 steden ingeschreven. Dus dat hebben we goed gedaan. Amsterdam heeft in 2016 gewonnen. Nu zitten wij in de finale. Dat betekent dat Nederland er nu weer goed bij zit. Dat is mooi. Vorig jaar zat Nederland er niet bij. Geen enkele stad had zich ingeschreven. Als we hem winnen, krijgt Rotterdam 1 miljoen euro. Die willen we ten goede laten komen aan CityLab010, het bekende programma waarmee innovatieve projecten uit de wijken uitgevoerd worden.”

Kiest de stad zo vooral voor investeren in sociale innovatie?

CityLab010 heeft wel vaak een sociale impact. Vanwege de ideeën die uit de wijken komen. Dus ja. Puur economisch gedreven start-ups die geld nodig hebben om door te groeien vinden hun weg naar investeerders meestal toch wel. Maar als we die prijs winnen, is dat ook goed voor de PR van de stad. We willen allemaal graag laten zien wat we in huis hebben. We kunnen er niet genoeg nieuwe toetreders en investeerders bij hebben in Rotterdam.