© Pixabay
Author profile picture

“Ik word de luiste boer van Reusel genoemd. Mensen denken dat ik alleen nog maar achter mijn computer zit of met drones aan het spelen ben”, lacht Jacob van den Borne. Samen met zijn broer Jan is Van den Borne verantwoordelijk voor een akkerbouwbedrijf tegen de Belgische grens in Reusel. Al sinds hun vader een deal sloot met een frietfabrikant in Lommel, specialiseren ze zich in aardappelen. Om winstgevend te blijven moesten de broers zoveel mogelijk opschalen. Met inmiddels ruim 600 hectare aan landbouwgrond zijn de grenzen om door te groeien inmiddels wel bereikt. In 2009 besloten de broers zich daarom te richten op precisielandbouw.

Van den Borne houdt zijn handen omhoog: “Maar goed boeren betekent nog steeds met de handen in het zand. Technologie neemt niets over, maar het zorgt er wel voor dat we onze oogst op hetzelfde stukje land kunnen vergroten. Tegenwoordig meten we alles wat er te meten valt: bodem, temperatuur, wateropname, noem het allemaal maar op. Dit houden we allemaal bij om het de volgende keer nog beter te kunnen doen.”

In Australië keek Van den Borne de kunst van precisielandbouw af van de boeren daar. Maar de opbrengst meetsystemen die down under worden gebruikt, waren voor de Brabantse aardappelboer niet geschikt. “Ze lopen daar voorop, het meten en berekenen van de potentiële grondopbrengst gebeurt heel precies. Maar ze verbouwen daar vooral graan, dat groeit boven de grond. Aardappels onder de grond. Dus ik moest m’n eigen opbrengst meetsysteem ontwikkelen.”

Opa’s agenda

Na een aantal jaar uitproberen, rekende Van den Borne uit dat 13 procent van de kavels overlapte: “Dit betekent dat je een deel van dubbel bemest, berijdt of bewatert. Het zijn allemaal dubbele uren en ik kan je verzekeren dat dit om behoorlijke bedragen gaat. Die kavels zijn ook niet recht hè, ze hebben allerlei rare hoeken. Zelden zijn ze vierkant. We zijn toen alle bewegingen op iedere hoek gaan bijhouden en hebben de technologie laten uitrekenen hoe we onze grond het best kunnen indelen.”

“Kijk”, Van den Borne houdt een foto van een kleine zakagenda omhoog. Het boekje had zijn opa altijd bij zich als hij op het land aan het werk was. Iedere avond, als het werk gedaan was noteerde opa Van den Borne nauwkeurig wat voor weer het die dag was geweest, welke percelen hij had bezocht, hoe de planten erbij stonden en of hij actie had ondernomen; extra bemesten bijvoorbeeld. “Alles schreef hij op. Die informatie gebruikte hij om de oogst het jaar erop te verbeteren. Precisie farming is helemaal niet nieuw, dit zouden we nu deep learning noemen”, lacht hij.

Veel van de vakkennis die zijn opa had, is door de noodzaak om op te schalen verloren gegaan. “Mijn opa wist precies waarom hij iets deed. Tegenwoordig doen veel boeren veel dingen zonder te weten waarom ze het doen.” Ook Van De Borne maakte zich hier schuldig aan: “Jazeker, wij spoten iedere week. Waarom? Omdat onze vader dat deed. Het hoorde zo. Maar het echte waarom wisten we niet. Dat zette me aan het denken. Als je weet waarom je iets doet, kun je veel efficiënter met je middelen omgaan. Je gaat toch ook geen zonnebrand in de winter smeren?”

Baas boven baas

Wereldwijd is de gemiddelde aardappeloogst 15 ton per hectare, in Nederland ligt dit met 50 ton per hectare flink hoger. Maar er is altijd baas boven baas: “Op mijn beste stukken grond haal ik soms de 100 ton per hectare. Dat komt allemaal door de opgebouwde kennis en het systeem wordt steeds beter omdat we echt alles invoeren – van weergegevens tot bladgroei en hoe vaak het land bereden wordt. We kunnen hierdoor steeds beter voorspellen wanneer een plant ziek wordt en op tijd actie ondernemen. En ook het effect van deze maatregelen gaat weer op de data-hoop, waardoor het systeem sterker wordt.”

Ook maakt Van den Borne gebruik van satellietbeelden om zijn grond en gewas zo goed mogelijk in de gaten te houden. “Maar weet je wat het is met die beelden? Als er een wolk hangt, zie je niets. Dan haal ik de drones tevoorschijn.” Voor iedere vlucht met zo’n grote drone moet Van den Borne toestemming vragen aan de luchtverkeersleiding. Dat duurde hem te lang: “Op een gegeven moment vloog ik zo vaak, dat ik besloot om een luchthaven te starten. Dat leverde wel gekke blikken op toen ik met die aanvraag kwam ja”, grijnst Van den Borne. Zijn aanvraag werd goedgekeurd en hiermee heeft Reusel het kleinste vliegveld van Nederland. “Mooi hè? Dit stelt me in staat om nog beter zicht te krijgen op de planten en verder te experimenteren. Autonoom vliegen of drone swarms bijvoorbeeld.”

Waar Van den Borne alweer toe is aan de volgende stap, moeten boeren elders in het land nog beginnen met sensoren en data verzamelen. “Ik loop tegen de grenzen van innovatie aan, ik heb last van de wet van de remmende voorsprong. Producenten willen hun eerste serie spullen verkopen voordat ze verder gaan ontwikkelen, terwijl ik al ideeën heb voor verbeterde sensoren. Dat is waarom ik veel tijd en moeite investeer om dit verhaal te vertellen. Ik probeer alle boeren mee te krijgen.”