Cisca Wijmenga, rector magnificus, Groningen Univerrsity. Photo © Ewoud Rooks
Author profile picture

De universiteit van Groningen krijgt op 1 september 2019 voor het eerst een vrouwelijke rector: Cisca Wijmenga (55). Hoe kijkt zij aan tegen de positie van vrouwen binnen de universitaire wereld? En wat vindt ze van de maatregel van de TU Eindhoven om voorlopig alleen vrouwen te laten solliciteren op wetenschappelijke vacatures?

Als een vis in het water loopt hoogleraar Cisca Wijmenga rond op ‘haar’ afdeling Humane Genetica, onderdeel van de medische faculteit van de RUG. Volgende week werkt ze er 12,5 jaar: “Zo lang heb ik nog nooit ergens gewerkt”, lacht ze.

Nu gaat ze geschiedenis schrijven als de eerste vrouwelijke rector die de Groningse universiteitsgeschiedenis heeft gekend. “In de functieomschrijving voor een nieuwe rector leek het wel alsof de RUG een schaap met vijf, misschien zelfs zes poten zocht. Die bestaat natuurlijk niet. Na gesprekken met enkele vrienden en met Elmer Sterken (de huidige rector, red.) besloot ik om het maar gewoon te proberen.”

Uit 28 kandidaten werd zíj gekozen als de nieuwe rector. Wijmenga denkt dat vrouwen minder makkelijk solliciteren op een baan als de functie-eisen heel nauwkeurig staan omschreven, en ze niet aan alle eisen voldoen. “Al voldoen mannen maar aan de helft van alle eisen, dan kunnen ze al denken: dit komt wel goed. Bij vrouwen is dat anders.”

Gebrek aan vrouwelijke rolmodellen

Dat de nadruk zo ligt op haar vrouw zijn, vindt ze lastig. Liever wordt ze beoordeeld op haar kwaliteiten in plaats van haar geslacht. Aan de andere kant snapt ze het ook en wil ze haar functie gebruiken om een voorbeeld te zijn voor andere vrouwen. “Vrouwelijke rolmodellen in hoge academische functies, dat is wat er mist in de wetenschappelijke wereld.”

Dit wijzen ook cijfers van de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren uit: één op de vijf hoogleraren in Nederland was vorig jaar vrouw. Terwijl van de afgestudeerden in 2018 wel een kleine meerderheid (53%) vrouw is. Hoe hoger de positie binnen een universiteit, hoe minder vrouwen. Zoals onderstaande grafieken illustreren, is er echter wel sprake van een sterke toename van vrouwen in hogere academische functies: in 2005 was nog geen tien procent van de hoogleraren vrouw, terwijl dit in 2018 rond de twintig procent lag.

Excuustruus

Ook voor de RUG is er nog een grote slag te slaan: de universiteit stelde het streefcijfer ‘vrouwelijke hoogleraren’ voor 2020 in op 25%, maar in 2018 bleef dit nog op 20% steken. Hoe kan het toch dat vrouwen afhaken bij de hogere posities? Wijmenga weet er geen eenduidig antwoord op te geven. “Het is een ingewikkeld probleem met veel verschillende kanten. Ik denk dus dat je bij de huidige sollicitatieprocedures al een groot deel van de potentiële vrouwelijke kandidaten mist. Bovendien bestaan veel toelatingscommissies voornamelijk uit mannen, ik denk dat dit nadelig is voor vrouwen.”

Meer vrouwen in commissies dus. Lastig, want de vijver om uit te vissen is klein. Zelf werd Wijmenga ontzettend vaak gevraagd om deel te nemen aan benoemingsadviescommissies. Zo’n adviescommissie voert gesprekken met kandidaten voor een functie en adviseert de selectiecommissie over wie de beste kandidaat is. “Het is dus juist belangrijk dat vrouwen in deze commissie vertegenwoordigd worden, maar op een gegeven moment heb ik tegen de decaan gezegd: je moet me nu niet meer vragen, want het kost me teveel tijd.”, vertelt de rector in spe. De taken gingen ten koste van haar onderzoek, terwijl dat de output is waar je als onderzoeker op beoordeeld wordt. “Ik noem mezelf voor de grap wel excuustruus, het moet niet zo zijn dat je in een commissie gestopt wordt, alleen omdat ze een vrouw nodig hebben.”

Die kleine vijver van vrouwen in hogere academische functies heeft meer redenen. Zo legt Wijmenga uit dat de academische wereld vrijwel geen onderscheid maakt tussen vrouwen die parttime werken en mannen die fulltime werken. “Ondanks dat vrouwen tegenwoordig wel duidelijk kunnen aangeven wáárom ze minder werken. Daar  nog bij dat vrouwen – vanwege die kleine vijver – vaak ook nog extra taken vervullen, zoals in adviescommissies plaatsnemen. Netto hebben ze minder tijd dan hun mannelijke collega’s, maar wordt er alleen naar het resutlaat gekeken. Dat is niet fair.”

TU/e haalde inspiratie uit Groningen

In de techniek, natuur en landbouw ligt het aantal vrouwen in academische functies lager dan in andere wetenschapsgebieden. De Technische Universiteit Eindhoven nam onlangs een drastische maatregel: vanaf 1 juli mogen alleen vrouwen solliciteren op wetenschappelijke functies. Als de functie na een half jaar nog openstaat, kunnen mannen pas een poging doen.

Jan Mengelers, voormalig voorzitter van de raad van bestuur van de TU/e, laat in een interview met Innovation Origins weten dat het Rosalind Franklin Fonds van de RUG een inspiratie is geweest voor het treffen van de maatregel. Dit fonds richt zich specifiek op vrouwen die gepromoveerd zijn en een carrière in de wetenschap ambiëren. Een mooi instrument om de verhouding man/vrouw recht te trekken, maar ook de RUG heeft nog een lange weg te gaan. Toch vindt Wijmenga niet dat haar universiteit een soortgelijke regel hoeft te initiëren. “Wij zijn een hele brede universiteit, dus zo ingrijpend hoeven we niet op te treden.”

Wijmenga vindt de maatregel van TU/e een goede zaak: “Ze moeten daar een nog grotere inhaalslag maken. Ik weet zeker dat vrouwen sneller zullen solliciteren, omdat ze weten dat er geen concurrentie is van mannen. Dan kunnen mannen wel heel zielig doen en zeggen dat ze gediscrimineerd worden, maar al die tijd dat vrouwen gediscrimineerd werden, hoorden we ze niet. Dat vind ik bijzonder.”

Sanne Heitkamp en Elcke Vels leggen uit hoe dat nou zit, met vrouwen in tech: