Foto Het Nieuwe Instituut
Author profile picture

Eindhoven wil een smart society worden. Maar hoe gaat dat? Wat gebeurt er al? En van welke voorbeelden kunnen we iets leren? De DATAstudio onderzoekt de transitie die de stad moet doormaken om daadwerkelijk zo’n smart society te worden. Met elke week een nieuwe bijdrage op E52. Deze week een terugblik met projectleider Linda Vlassenrood. Lees hier alle afleveringen in deze serie.

Techniek lijkt in Eindhoven het antwoord op alles, vindt Linda Vlassenrood. Maar de vragen die leven bij mensen, zijn niet altijd duidelijk. In opdracht van de gemeente ging ze daarom op zoek naar vragen in plaats van antwoorden.

Eind 2015 begon Vlassenrood met haar zoektocht namens Het Nieuwe Instituut uit Rotterdam. Eerst onder de noemer De Staat van Eindhoven, later werd haar project concreter en veranderde de naam in De Datastudio. In opdracht van de Eindhovense wethouder Mary-Ann Schreurs dook ze Eindhovense wijken in met een centrale vraag: hoe verbinden we data met de realiteit van de straat?

“We zagen twee ontwikkelingen in de stad”, vertelt Vlassenrood nu haar opdracht langzaam op zijn einde loopt. “Aan de ene kant wilde Eindhoven een Smart City zijn, zoals zo’n beetje de hele wereld dat wil. Aan de andere kant moet de stad meer fungeren als participatiesamenleving. Een noodzaak in heel Nederland.”

Als je die twee ontwikkelingen bij elkaar brengt, ontstaat volgens Vlassenrood iets nieuws: de Smart Society. Een samenleving met slimme oplossingen voor problemen die spelen in de maatschappij. Problemen die door burgers zelf worden aangedragen. “Een participatiesamenleving impliceert dat mensen zelf aan de slag moeten, terwijl de ambitie een Smart City te zijn duidelijk een top-down besluit is”, zegt ze.

Maar wie niet met burgers in contact staat, weet ook niet wat de problemen en vragen zijn. Dus togen Vlassenrood en haar team naar het Henri Dunantpark in stadsdeel Woensel-Noord. Een typisch Eindhovens park waar jongeren hangen, ouderen wandelen en menig hond wordt uitgelaten.

“Het is een heel breed benut park”, aldus Vlassenrood. De ideale plek om te achterhalen wat er nu echt speelt onder Eindhovenaren. Een week lang bevroeg ze de mensen in het park. “We stelden een simpele vraag: hoe is het om hier te wonen?” De verhalen die Vlassenrood en haar team ophaalden zijn terug te lezen op de website van De Datastudio.

Na het ophalen van de verhalen zocht Vlassenrood naar een rode draad. Wat waren de terugkerende thema’s en welke data zijn daarover bekend? De belangrijkste thema’s waren eenzaamheid, angst en verwachtingen die burgers van hun overheid hebben. Drie onderwerpen waarover in het geheel geen data te vinden zijn. Vlassenrood noemt ze datawoestijnen.

“Zo was er bijvoorbeeld een man, zelf ooit naar Nederland gevlucht, die vond dat zijn buurt te snel verkleurde”, aldus Vlassenrood. “Zijn angst voor verandering zorgt voor een enorme kloof tussen nieuwkomers en mensen die al in de buurt wonen.” Een heikel thema, waar de gemeente geen vat op heeft. Sterker nog: waar de gemeente waarschijnlijk geen weet van heeft.

Terugkerend uit het Henri Dunantpark leerde Vlassenrood een belangrijke les: “Harde data moeten altijd verrijkt worden met zachte informatie, met het persoonlijke verhaal.” Ze leerde nog meer: “Je moet altijd bij de vraag beginnen, niet bij een oplossing.” Die vraag moet de gemeente zelf achterhalen. Ze moet actief haar burgers bevragen.

Die vraag achterhalen is niet makkelijk, realiseert ook Vlassenrood zich. “We hebben verschillende lezingen, workshops en andere activiteiten georganiseerd”, zegt ze. “Daar kwamen soms 20 mensen op af, soms waren het er 80.” Het grote publiek bereikte ze niet.

Maar Vlassenrood gelooft in de olievlek. De eerste stappen zijn gezet, de eerste burgers zijn enthousiast over de Smart Society. Nu moet de gemeente doorpakken en nog meer de vraag centraal stellen. “Want techniek is niet het antwoord op alles.”

Foto: Linda Vlassenrood tijdens het onderzoek van DataStudio in Woensel. Foto (c) het Nieuwe Instituut