© Raskerart
Author profile picture

Eind september wordt in Brussel bekendgemaakt welke Europese stad zich komend jaar de meest innovatieve van allemaal mag noemen – en een miljoen euro mee naar huis mag nemen. Rotterdam is een van de 12 finalisten en dat viel blijkbaar in de smaak bij de bezoekers van Innovation Origins. De aankondiging en het interview met Dave Geensen, projectmanager Innovatie bij de gemeente Rotterdam, waren de kliktoppers van afgelopen week.

De concurrentie is intussen niet mals: naast Rotterdam staan Antwerpen, Bilbao, Bologna, Bristol, Dortmund, Espoo, Glasgow, Hamburg, Londen, Lyon en Nantes volgende maand op het podium. Desondanks is Rotterdam, de stad van niet-lullen-maar-poetsen, vol vertrouwen. Dave Geensen legt uit waarom resilience, in goed Nederlands ook wel veerkracht genoemd, een winnend thema voor de Maasstad kan zijn:

“Rotterdam is een stad die van oudsher nogal wat uitdagingen kent. Of het nou gaat om het bombardement of grootstedelijke problematiek zoals armoede of  toename van hemelwater waar we nu mee te maken hebben. Rotterdam ligt in een laaggelegen delta dus we moeten daar wel over nadenken en op klimaatverandering anticiperen. We kunnen niet afwachten. Want dan gaat het mis.”

Drie jaar geleden stond Eindhoven met minstens zoveel vertrouwen op het Brusselse podium. Ook die stad wilde niet afwachten. De toenmalige wethouder Mary-Ann Schreurs was de drijvende kracht achter de gooi naar winst. Met een bidbook dat volledig op ‘smart lighting’ draaide, wilde ze de wereld laten zien dat het licht inderdaad uit Eindhoven kwam. In haar toelichting had de toenmalige wethouder voor innovatie en design het over “enlightening tomorrow’s society“:

“We verbinden letterlijk elke lantaarnpaal in de stad met elkaar en met diverse andere apparaten. Denk aan auto’s, smartphones, maar ook aan de meetsystemen voor luchtkwaliteit die her en der in de stad staan. En nog belangrijker: al die dingen die we nu nog niet kennen maar de komende jaren op ons af gaan komen.”

Het bidbook viel ook bij de jury in de smaak en de woorden die daarvoor gebruikt werden versterkten Schreurs en haar team alleen maar in hun overtuiging dat de titel Eindhoven nauwelijks nog kon ontgaan. Logisch ook, want een nominatie “for combining digital technology with creativity in its world-leading urban smart lighting strategy” klonk heel wat beter dan “for embracing a bottom-up approach based on smart growth, startups, livability and digital social innovation“, zoals Amsterdam, één van Eindhovens 8 concurrenten, werd aangekondigd.

De uitreiking was nog een paar maanden verwijderd, precies genoeg om de stad weer in dezelfde stemming te brengen als vijf jaar daarvoor, toen de titel “slimste regio van de wereld” naar Eindhoven kwam. Dat gebeurde onder meer met een video waarin zelfs Albert Einstein nog een rol speelde:

Voor de uitreiking in Brussel was niet alleen Schreurs met een deel van haar ambtenaren afgereisd, maar ook burgemeester Rob van Gijzel zelf. In diens toelichting bij de Eindhovense inzending was hij nog vol vertrouwen. Niet zo gek, want in de Brusselse achterkamertjes had het Eindhovense team de stadsnaam al op de winnaarskaartjes zien staan. Terwijl Van Gijzel zijn verhaal hield, fluisterden de delegatieleden elkaar al bemoedigende woorden in.

Terugdenkend aan het moment van de uiteindelijke bekendmaking, een paar uur na Van Gijzels betoog, is het lastig te zeggen welke emotie het sterkst was binnen team-Eindhoven. Ongeloof, teleurstelling of boosheid? Het was er allemaal wel – evenals een bak vol frustratie. Want de stad die vol overtuiging naar Brussel was afgereisd om zich tot innovatiefste van Europa te laten kronen, was uiteindelijk niet eens in de top-3 beland. En wat het allemaal nog erger maakte: de prijs ging uiteindelijk naar de stad die met veel minder pretenties de strijd was aangegaan, die totaal niet als concurrent werd gezien en die er ogenschijnlijk ook veel minder waarde aan hechtte: Amsterdam.

In de Thalys terug naar huis zat ik toevallig naast de Amsterdamse Chief Technology Officer Ger Baron, die samen met een collega-ambtenaar (Amsterdam had het inderdaad niet nodig gevonden een wethouder, laat staan een burgemeester, af te vaardigen) het ingelijste overwinningsdiploma nog eens bekeek. “Zo! Wat waren die Eindhovenaren zuur hè, en wat namen ze het allemaal serieus!”

Dat laatste klopte. Voor Eindhoven was dit geen spelletje geweest. En het kostte nog maanden voordat ongeloof, teleurstelling en boosheid waren omgeslagen in berusting. In die tussentijd kreeg ik nog geregeld de ‘tip’ van een van de ambtenaren om tot op de bodem uit te zoeken hoe die jury uiteindelijk toch voor Amsterdam had kunnen kiezen. Het is er niet van gekomen.

Het goede nieuws voor Eindhoven is dat het allemaal hoogstens een kleine rimpeling is geweest in de opgaande lijn die in 2011, met de uitverkiezing tot Slimste Regio, al was ingezet en nog steeds niet voorbij lijkt. Toch kan Rotterdam wel een les trekken uit de Eindhovense deceptie – of beter nog: uit de onverwachte overwinning van de stad die door beide andere steden zo vaak als de grote concurrent wordt gezien. Relax, vertrouw op jezelf, maak je vooraf geen al te grote illusies maar zorg er wel voor dat het echte innovatieprogramma ook buiten de wedstrijdvoorwaarden kan overwinnen. Kortom: houd resilience.

© EU