Author profile picture

Deze week was het artikel over de maatregel van de TU Eindhoven om de komende anderhalf jaar alleen vrouwelijke wetenschappers aan te nemen het best gelezen artikel op Innovations Origins.

Daarom verdiepten we ons nog wat meer in het onderwerp door de mening te vragen aan een deskundige: universitair hoofddocent Inge Bleijenbergh, methodoloog aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij is gespecialiseerd in de rol van gender in organisaties. Wat vindt zij van deze maatregel van de TU Eindhoven? Goed idee, of niet?

Wat vind je van het besluit van de TU Eindhoven om de komende anderhalf jaar allen vrouwen aan te nemen?

„Het is best een radicale maatregel van het college van bestuur van de TU Eindhoven. Maar als je bedenkt dat ze er al acht jaar lang niet in slagen om een behoorlijk aantal vrouwen binnen te halen en vast te houden, is die wel gerechtvaardigd. Anders mist de organisatie structureel het wetenschappelijke talent dat binnen de pool van afgestudeerde en gepromoveerde vrouwen aanwezig is.”

Twitteraars bekritiseerden het besluit omdat jonge mannen zich volgens hen daardoor gediscrimineerd voelen.

„Er is tijdelijk sprake van positieve discriminatie binnen een specifieke doelgroep. Maar die is in dit geval volgens Europese wetgeving toegestaan omdat de groep vrouwen binnen de organisatie van de TU al langere tijd extreem ondervertegenwoordigd is. De bedoeling is dat de maatregel ingezet wordt om de organisatiecultuur te verbeteren door een beter balans tussen mannelijke en vrouwelijke waarden in de organisatie. Daar profiteren de jonge mannen straks ook van als ze solliciteren bij de TU na afloop van de anderhalf jaar dat er alleen vrouwen aangenomen worden. Dan komen ze in een leukere organisatie terecht.”

Waarom slaagde de TU Eindhoven er afgelopen acht jaar niet in om voldoende vrouwen aan te trekken voor wetenschappelijke vacatures?

„Er heerst een masculiene cultuur op technische universiteiten, blijkt uit onderzoek. Die is meer gericht op ‘dingen’ dan ‘relaties’. Dat zie je vaker bij organisaties waar veel bèta’s werken. Vrouwen voelen zich daar vaak minder thuis. Het probleem van de TU is dan ook niet alleen dat er te weinig vrouwen op wetenschappelijke vacatures worden aangenomen, maar ook dat de vrouwen die er wel werken, eerder vertrekken om bijvoorbeeld in het bedrijfsleven te gaan werken. Om ze te behouden, moet je deze eenzijdige cultuur doorbreken.”

Denk je dat die maatregel om anderhalf jaar alleen vrouwen aan te nemen werkt?

„Ja. Bij de TU Delft hebben ze een gedurende een aantal jaar 10 reguliere vacatures per jaar opengesteld voor uitsluitend vrouwen. Daardoor kregen ze veel meer sollicitaties van vrouwen dan anders. Omdat die wisten dat ze een serieuze kandidaat zouden zijn, solliciteerden ze in grote getale. Zo kreeg de TU Delft een grote pool aan talent in het vizier waar eerst geen zicht op was. Daardoor konden ze vacatures vervullen die daarvoor onvervulbaar leken te zijn. Dus ook in dat opzicht ging de organisatie erop vooruit.”

De aanpak van de TU Eindhoven is radicaler dan die van de TU Delft was omdat ze anderhalf jaar lang geen mannen aannemen maar alleen vrouwen. Waarom?

„Door anderhalf jaar alleen vrouwen aan te nemen verander je de samenstelling van de groep in korte tijd drastisch. Het effect is daardoor groter dan als je het stapsgewijs aanpakt.”

Is er geen risico op verzet van mannen die er werken en die het er niet mee eens zijn?

„Het belangrijk dat het management inhoudelijk goed uitlegt waarom de maatregel wordt ingevoerd: om de werking van de organisatie te verbeteren en al het technische talent dat beschikbaar is, beter te kunnen benutten. Daardoor gaan ook mannen erop vooruit als de organisatie diverser van samenstelling is. Zo creëer je draagvlak.”

Wat verbetert er aan de organisatie als er meer vrouwen werken dan nu?

„Hoe diverser de groep, hoe meer werknemers aan elkaar moeten uitleggen wat ze bedoelen. Voor de ontwikkeling van innovatieve producten bijvoorbeeld betekent dit dat er beter over nagedacht zal worden. Omdat verschillende mensen verschillende soorten vragen stellen.”