De boerderij van Dogterom. Beeld: Dogterom
Author profile picture

De ambities van de overheid wat betreft waterstof zijn groot. Het Nationale Waterstof Programma laat zien dat de overheid vol voor waterstof als energiesysteem van de toekomst wil gaan. Maar, hoe staat onze waterstofsamenleving en -economie er eigenlijk voor? In de zomerserie ‘Nederland waterstofland’ bespreken we met technici en wetenschappers de stand van zaken aan de hand van thema’s uit het Nationale Waterstof Programma. De zevende aflevering: de boer als decentrale waterstofproducent. Lees hier de complete serie tot nu toe.

beenhere

Het Nationale Waterstof programma

Het Nationale Waterstof Programma (NWP) werd begin juli aangeboden aan de staatsecretaris door de cross-sectorale werkgroep waterstof (CSWW). CSWW is een samenwerking van 19 organisaties. Het programma vloeit voor uit het Klimaatakkoord van de overheid. In de Kabinetsvisie Waterstof is de beleidsagenda opgenomen waarin de inzet van de Rijksoverheid verder is uitgewerkt. De periode tot en met 2021 is de voorbereidingsfase voor de daadwerkelijke opschaling en uitrol van waterstof vanaf 2022. De tweede fase van het NWP – eigenlijk de echte start – gaat op 1 januari 2022 in.

Het NWP beschrijft de agrarische sector als ‘uitermate geschikt voor kleinschalige, decentrale waterstofprojecten.’ Daarnaast ziet het NWP een belangrijke rol voor waterstof in het behalen van de doelstelling die in het Klimaatakkoord staat beschreven voor de agrarische sector. Namelijk: ‘In 2050 moet er een balans bestaan tussen de uitstoot enerzijds en de vastlegging en reductie anderzijds.’ Jacob-Jan Dogterom, mede-eigenaar van een akkerbouw- en bloembollenbedrijf sluit zich daar helemaal bij aan. “Waterstof is een universele energiedrager waarmee ik alle processen in mijn bedrijf kan verduurzamen. Het kan brandstof voor mijn wagenpark zijn, warmte voor het drogen van mijn bloembollen en de aansturing van mijn machinale processen.”

H2GO

In 2018 is Dogterom, samen met akkerbouwer en collega Arie Pieter van den Hoek uit Heinenoord, een onderzoek gestart naar verduurzaming van het landbouwbedrijf met inzet van waterstof. “Ik vind het belangrijk om mijn verantwoordelijkheid te nemen als ondernemer. Daarom zijn we gaan kijken: wat kunnen we veranderen, hoe kunnen we onze voetprint verminderen.” De ondernemers zijn hiermee onderdeel geworden van het H2GO Programma. “Het project verkent wat groene waterstof kan betekenen voor verschillende sectoren, zoals mobiliteit, scheepvaart en landbouw. Dat gebeurt op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee, een gemeente met een grote duurzame ambitie”, vertelt Tineke Keuzenkamp, programmamanager bij H2GO.   

Veelbelovende toekomst

Voor de landbouw is er binnen het H2GO project onderzoek gedaan door verschillende partners, waaronder Wageningen University & Research (WUR). Andries Visser, senior onderzoeker Stad- Land Relaties aan de WUR, vertelt dat de rol van waterstof voor boerenbedrijven nu nog nauwelijks van de grond is. Maar, hij voorziet een veelbelovende toekomst. “Het punt is dat er in een landbouwbedrijf altijd een mismatch bestaat tussen de energie die er gewonnen wordt en de energie die er nodig is. Er zijn werkzaamheden de hele dag door, terwijl er ‘s middags het meeste zon is. Of over het jaar gezien, in het najaar, zoals oogsten en het drogen van gewassen, terwijl er dan minder zon is. Energie moet dus opgeslagen worden en dan kom je bij waterstof uit.”

Lokale initiatieven en -productie

Een groot voordeel van de agrarische sector als decentrale waterstofproducent is het uitsparen van kosten die komen kijken bij het verzwaren van het elektriciteitsnet, aldus Visser. “Boeren kunnen hun hele dak wel volleggen met zonnepanelen en het overschot aan energie aan het net leveren, maar dan raakt het net overbelast.” Hij legt uit dat, wanneer er aan een regulier middenspanningsnet een extra grote gebruiker wordt gekoppeld, er ten grote van dat gebruik ook meer geleverd kan worden aan datzelfde net. “Stel dat een groep van 35 boerenbedrijven van elk zestig hectare samen een grote elektrolyser plaatst met een vermogen van 1,5 megawatt. Daar produceren ze samen waterstof voor en kunnen er vervolgens het hele jaar lang hun tractoren op kunnen laten rijden.” Dit soort lokale initiatieven voorkomen dat er energie verloren gaat en het energienet raakt niet overbelast.

Businessmodel groene waterstof

Hoe interessant waterstof ook is voor de agrarische sector, het is nog veel te duur. Een klassiek kip-of-het-ei verhaal. Keuzenkamp: “Elektrolysers zijn duur. Waterstof is duur in verhouding tot fossiele brandstoffen. Dat is een groot punt van aandacht waar we binnen H2GO over nadenken: hoe maken we groene waterstof financieel aantrekkelijk?”

“Een kilogram waterstof kost momenteel zeven euro, om het rendabel te maken moet dat richting de 4,5 euro”, vult Visser aan. Volgens Visser is het allereerst belangrijk dat de landbouw vanuit de overheid meer ruimte krijgt om te experimenteren, zodat er vervolgens concrete stappen kunnen worden gezet. Hij houdt zich bezig met het doorrekenen van businessmodellen voor het gebruik van zelf geproduceerde, duurzame energie in de eigen bedrijfsvoering. Dat betekent: interne bedrijfsprocessen matchen met de energieproductie. Opslag van energie en waterstof speelt daarbij een belangrijke rol. Zo kunnen met de inzet van groene waterstof steeds meer processen lokaal plaatsvinden. “Denk aan het drogen van graan, dat gebeurt normaal gesproken in de fabriek. Maar dat kan ook op de boerderij, om het overschot aan energie te gebruiken. Zo breng je het energieverbruik en de transportkosten van de hele keten omlaag.”

De energieketen voor een boerderij die op groene waterstof draait. Afbeelding: PPS Energie&Landbouw

Zonne-energie alleen is niet genoeg

Uit de onderzoeken blijkt dat, om te kunnen concurreren met fossiele energieprijzen, er zowel zonne- als windenergie nodig is. Met alleen zonnepanelen komt Dogterom tot de helft van zijn energievraag en is hij elektrisch neutraal. Maar, hij wil ook zijn diesel- en gasverbruik vervangen voor groene waterstof. Die overige 1,5 megawatt moet uit windenergie komen: één windmolen van vijftig meter is genoeg om zijn bedrijf – tweehonderd hectare landbouwgrond en honderd hectare bloembollengrond – volledig energieneutraal te maken. “Dan is mijn businessmodel rond en kan een elektrolyser het hele jaar rond draaien en energie produceren.”

Het probleem is dat het bedrijf van de gemeente geen wind mag realiseren. Goeree-Overflakkee profileert zich als een voorloper op het gebied van duurzaamheid, maar Dogterom zet zijn vraagtekens bij de effectieve duurzaamheid voor het eiland zelf. “Ik kijk vanuit mijn huis op 35 windmolens, maar alle rechten zijn verkocht aan de grote partijen. De lokale ondernemers worden daarmee buitenspel gezet.” Ook over het nationale beleid is Dogterom niet te spreken. Volgens hem ontbrak het, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tot vorige zomer aan visie op het gebied van waterstof. “Ons ministerie loopt altijd achter. Er zijn heel veel subsidietrajecten voor waterstof, maar de landbouw is daarbij altijd uitgesloten.”

Pioniers

Dogterom is een pionier: hij en zijn collega Van den Hoek zijn de eerste agrarische ondernemers die zich in zo’n vergevorderd stadium van waterstoftoepassing in een agrarisch bedrijf bevinden. De ondernemers hebben zich ingeschreven voor het IPCEI traject van de Europese Unie. Ze zijn het enige landbouwproject dat meedoet, heel Europa kijkt mee.

Dogterom: “Weet je wat wij altijd doen als we een nieuw gewas willen groeien? Dan nemen we een klein hoekje grond om van te leren. Ik wil met mijn onderneming dat hoekje grond wel zijn voor de overheid. Een pilot waar de agrarische sector van kan leren en groeien als het op groene waterstof aankomt. Maar die uitdaging durft de overheid niet aan te gaan.”

Zo moet het er straks uitzien: mobiele zonnepanelen die over de gewassen rijden. Beeld: Dogterom

Dogterom laat zich niet zomaar van z’n stuk brengen. Volgende week komt de gemeente weer langs. Om toch nog eens te praten over een vergunning voor een windmolen. Bovendien hoopt hij dat er begin volgend jaar mobiele zonnepanelen over zijn grond rijden. Daarmee haalt de akkerbouwer zonne-energie uit de lucht terwijl de gewassen beter groeien. Een extra verdienmodel, de opbrengst wil hij steken in het verbeteren van de biodiversiteit van zijn land. “Je moest eens weten hoeveel plannen we nog hebben.”

Meer lezen over waterstof? Lees hier de complete serie tot nu toe.