Het kabinet maakt 18,3 miljoen euro vrij voor versterking van de onderzoeksfaciliteiten gericht op de energietransitie. Daarmee kan TNO EnergieTransitie samen met partners uit het bedrijfsleven en andere kennisinstellingen vijf onderzoekslaboratoria opzetten. Dat heeft het onderzoeksinstituut vandaag bekend gemaakt.
In deze labs zal onder meer onderzoek worden gedaan naar een nieuwe generatie zonne-energietoepassingen, afvang en hergebruik van CO2, industriële elektrificatie, industriële droogtechniek en de ecologische en veiligheidseffecten van zonne- en windenergieprojecten.
Bijdrage aan leveren energietransitie en economie
De onderzoeksfaciliteiten moeten een bijdrage leveren aan de versnelling van de energietransitie, verbetering van de kennispositie van het Nederlands bedrijfsleven en aan de bedrijvigheid en werkgelegenheid. In vijf onderzoekslaboratoria worden verschillende pilot- en demonstratieprojecten ontwikkeld en getest die de potentie hebben om in de toekomst op grotere schaal te worden toegepast.
De minister van Economische Zaken en Klimaat Wiebes stelt dat het ook in deze onzekere tijden belangrijk is om te investeren in versnelling van de energietransitie. “Door slimme inzichten, technieken en toepassingen uit de wetenschap in samenwerking met Nederlandse bedrijven in de praktijk te testen, kunnen wij nieuwe bedrijvigheid en banen creëren die een impuls kunnen geven aan een duurzaam herstel van de Nederlandse economie.”
Substantiële bijdrage klimaatdoelen
Volgens Paul de Krom , voorzitter Raad van Bestuur van TNO kunnen de laboratoria een substantiële bijdrage leveren aan de klimaatdoelen en concurrentiepositie van Nederland. “We willen bijvoorbeeld in de zonne-energieketen door onderzoek en innovatie de productie van de volgende generatie zonne-energie toepassingen voor integratie in onze leefomgeving, weer naar Nederland toetrekken”.
Het gaat bij dit project om de volgende vijf laboratoria. In het Mass Customization Lab Solar wordt onderzoek gedaan naar de volgende generatie zonen-energietoepassingen (halffabricaten) met een hoog rendement. Deze zijn bedoeld voor toepassing in de gebouwde omgeving, de infrastructuur en voer- en vaartuigen.
Het Negative Emissions Technology Lab (NET-LAB) gaat een test- en demonstratiefaciliteit opzetten om negatieve-emissie-technologieën te ontwikkelen en te testen.
Integratie, demonstratie en verbetering van Power-to-Heat technologie, Power-to-Chemicals/-Fuels en CO2-hergebruiktechnologie staat centraal bij het Fieldlab Industriële Elektrificatie. Dit onderzoekslab wordt samen met Deltalinqs, FME, Havenbedrijf Rotterdam, InnovationQuarter en Voltachem in de haven van Rotterdam opgezet.
Het Mollier Lab richt zich op innovatieve en energie-efficiënte industriële droog- en ontwateringstechnologieën. Het laatste laboratorium, het Environmental Impact and Safety Lab for Renewable Energy, onderzoekt de impact van windturbines en zonneparken op de ecologie van land en water.
Lees via deze link andere IO-artikelen over projecten rond CO2-reductie.
Als je dit artikel leuk vindt, lees dan ook:
