Kievit,© Pixabay
Author profile picture

Het wordt steeds stiller op de Duitse velden en weiden. Volgens onderzoek in opdracht van het Bundesamt für Naturschutz (BfN) heeft Duitsland tussen 1992 en 2016 ongeveer 7 miljoen broedparen verloren. Dat komt neer op een daling van ongeveer 8% van alle broedvogels.

Het zijn vooral de landbouwgebieden die worden getroffen: “De situatie in het agrarisch landschap blijft verontrustend”, schrijven de auteurs van het onderzoeksrapport. In 24 jaar tijd zijn de populaties van karakteristieke weidevogels zoals de kievit en patrijs met 90 procent ingestort. “In de open agrarische landschappen is het aantal broedparen in een kwart eeuw met ongeveer twee miljoen afgenomen. Tot nu toe zijn er geen tekenen dat deze trend tot stilstand is gekomen. Dit onderstreept nogmaals de urgentie van hervormingen in het landbouwbeleid”, zegt Beate Jessel president van de BfN.

17 soorten uitgestorven

Maar het zijn niet alleen de weidevogels die verdwijnen, ook in waterrijke gebieden langs rivieren, meren en aan de zee is de trend volgens het rapport dramatisch. Het gaat dan om soorten als de grutto en de watersnip. Ook de veldleeuwerik en de – in 2020 tot vogel van het uitgeroepen – tortelduif, verdwijnen in steeds meer gebieden. In totaal zijn er nu 17 soorten broedvogels helemaal uitgestorven in Duitsland, waaronder vroeger normale soorten als de kuifduiker en roodkopklauwier.

Tortelduif, Foto Pixabay

Ook in de Duitse Waddenzee, een belangrijk overwinterings- en rustgebied voor trekvogels, vertonen twee van de drie vogelsoorten een duidelijke achteruitgang.

In het bos meer vogels

Van de andere kant is er ook goed nieuws te melden uit de bosrijke gebieden van Duitsland. Daar blijken juist meer vogels te zijn. Zo’n 1,5 miljoen tussen 2005 en 2016. Vooral sinds 2010 is er sprake van een duidelijk opgaande lijn, zo zeggen de onderzoekers.

Wat daar precies de reden voor is, is minder duidelijk. De verklaringen lopen uiteen van meer oudere bomen die zorgen voor een groter aanbod aan voedsel en broedplaatsen, tot een beter natuurbeleid waarbij bijvoorbeeld meer dood hout wordt laat liggen.

Verder zijn er in natuurgebieden een aantal bedreigde soorten die duidelijk geholpen worden door gerichte projecten. Te denken valt aan de zwarte ooievaar en de bruine kiekendief.

Grote regionale verschillen

Opvallend zijn ook de regionaal verschillen. Zo zijn er in het noordoosten veel meer vogels dan in het westen en zuiden. Ook daarvoor zijn meerdere verklaringen zoals een meer afwisselend landschap, minder intensieve landbouw en overbemesting, meer braakliggend land en een lagere bevolkingsdichtheid.

Stefan Jaehne wijst er namens de directie van de overkoepelende organisatie voor vogelbescherming op dat het nog niet te laat is de trend te keren: “De verliezen geven weliswaar een somber beeld van de toestand van onze landvogels, maar we kunnen de achteruitgang een halt toeroepen. We weten op veel gebieden wat er moet worden gedaan om de biodiversiteit effectief te verbeteren en te beschermen. Deze noodzakelijke en kostbare maatregelen worden echter meestal pas genomen als het al bijna te laat is.”