Author profile picture

Eindhoven en Tilburg zijn de eerste twee Nederlandse steden die met Hopperpoints een systeem van deelfietsen krijgen. Het eerste Hopperpoint wordt woensdag geopend bij Van der Valk in Eindhoven.

Op zo’n twintig locaties in de stad komen stallingen met 6 tot 12 fietsen (“hoppers”) die via een app kunnen worden gereserveerd, geleend en betaald. Wie zijn fiets op een locatie ophaalt, kan deze ook op een van de andere plekken terugbrengen.

Dankzij de app is er altijd een overzicht over de Hopperpoints in de stad en de daar beschikbare fietsen. Ook reserveren is mogelijk. Ontgrendelen bij vertrek en na gebruik weer afsluiten gebeurt ook met de app. Eens per maand ontvangt de gebruiker een factuur, maar ook tussendoor zijn de gemaakte kosten na te kijken. De prijs voor een ritje met een hopper is nog niet bekendgemaakt.

De Hopperpoints komen volgens de organisatie bij bedrijven, op bedrijventerreinen en op A-locaties in de stad te staan. “In de 36 maanden na plaatsing onderzoeken we de effectiviteit en de gebruikstevredenheid. Het doel is om het fietsgebruik bij korte vervoersmomenten te verhogen en de vervoersknelpunten te verkleinen. Als de pilot succesvol verloopt, worden er in de tussentijd Hopperpoints en Hoppers toegevoegd. Ook starten er dan Hopperpoint-projecten in andere steden.”

hopper2Een deel van de financiering van het fietssysteem komt uit reclame die op de fietsen zal komen. Adverterende bedrijven kunnen zo “een nieuwe impuls geven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen”, aldus Hopperpoint.

Verschillende wereldsteden gingen Eindhoven voor met dit systeem. Beroemd zijn de fietshuursystemen van New York en Barcelona. Vervoersexperts betwijfelden vaak of een dergelijke organisatie ook in Nederland zou kunnen werken, vanwege de toch al grote fietsdichtheid.

Fietsplan

De Hopperpoints passen in het fietsplan Eindhoven, dat erop gericht is de komende jaren minder autoverkeer en meer mogelijkheden voor de fiets te bieden. Verantwoordelijk wethouder Jannie Visscher liet afgelopen zomer al weten dat Eindhoven “ook op fietsgebied haar reputatie als tech-stad wil waarmaken, bijvoorbeeld door smart-mobility-apps te promoten waarmee makkelijk bepaald kan worden welk vervoersmiddel op welk moment het meest efficiënt is”. Door slimmer te monitoren (via een netwerk aan sensoren in plaats van sporadische telpunten) moeten de werkelijke verkeersstromen ook beter in beeld komen. Visscher: “Op die manier kunnen we dan beter bepalen of een fietspad breder moet worden of dat een verkeerslicht een andere afstelling verdient.”