©IO
Author profile picture

Vanmiddag om 17 uur presenteert wethouder Van Kaathoven (SP, actieve stad) de “position paper binnenstadsvisie“. Het is, volgens de wethouder, “een document dat specifiek voor de Eindhovense binnenstad denkrichtingen geeft voor op te pakken kansen en te maken keuzes.” Na bespreking met de gemeenteraad wordt de position paper definitief gemaakt en gebruikt bij gesprekken met partners om te komen tot een definitieve binnenstadsvisie.

e52 geeft in een korte serie alvast een blik op de opvallendste onderdelen van het document. De afgelopen dagen publiceerden we de eerste vijf delen van deze serie over de veranderende binnenstad, vandaag het slot: keuzes maken.

In het “position paper Binnenstadsvisie” laat het Bureau voor Economische Argumentatie (BEA) er geen misverstand over bestaan: alle opties en trends – inclusief hun urgentie – kunnen worden aangedragen, maar de stad zelf zal de knopen moeten doorhakken. Vanavond (dinsdag 19 mei) is daarvoor de aftrap met de presentatie van het document en de eerste discussie met de commissie Economie & Mobiliteit.

20150326_131753Volgens BEA draait het succes van een binnenstad om drie zaken: het aanbod (bijvoorbeeld van winkels en andere voorzieningen), de openbare ruimte (alles wat je met stenen kunt bouwen) en de beleving (algemene levendigheid, het gevoel dat het bruist). Omdat het met het aanbod wel snor zit en in de openbare ruimte niet veel winst te behalen valt, adviseert BEA vooral in te zetten op verbetering van de beleving in de binnenstad. “Belevingswaarde is voor bewoners, bezoekers en investeerders een ‘satisfier’. Een stad met de juiste belevingswaarde trekt extra bezoekers en wordt merkbaar populairder bij potentiële bewoners en investeerders.”

Daarmee hebben we meteen een stevig voorschot op een eerste keuze te pakken: laat het bruisen voor de groepen die je binnen wilt halen. Wethouder Van Kaathoven lijkt daar in een eerste toelichting wel bij te willen aansluiten. Definitieve knopen hakt ze, begrijpelijkerwijs, nog niet door, maar wel heeft ze alvast wat “aanknopingspunten” benoemd:

– Succesfactoren zijn: profileren, concentreren en organiseren

– Rondom het kernwinkelgebied is transformatie nodig van eenzijdig detailhandel naar mix van functies

– Kansen voor profilering van de stad ligt juist in de rafelranden van het kernwinkelgebied: A-locaties ‘moet je gewoon hebben’, het gebied direct daaromheen geeft de couleur locale (in Eindhoven alles rondom het rode steentjesgebied)

– Profilering vereist investeren in beleving en sfeer en dit is wel degelijk maakbaar door publieksfuncties in de binnenstad te concentreren, meer ruimte te bieden voor cultuur, hoger onderwijs, evenementen, horeca en terrassen

– Bezoekers willen naast sfeer en beleving graag verrast worden; aanwezigheid van jonge, ondernemende en creatieve mensen draagt bij uitstek bij aan deze wens en reuring.

– Niet of minder effectief lijken kleine ingrepen in de openbare ruimte zoals hanging baskets, nieuw straatmeubilair. Wel effectief zijn; doorbraakprojecten, heldere keuzes en grotere investeringen, ondernemerschap in groter verband (samen met hele (binnen)stad en niet alleen versnipperd)

– Daarbij is het meer dan logisch de profilering die is ingezet door Eindhoven365 vanuit de citymarketingstrategie, te integreren in de binnenstadsvisie.”

Schermafbeelding 2015-05-18 om 09.52.01Maar er moet meer gebeuren, ook fundamenteel. De zes knopen die volgens BEA echt moeten worden doorgehakt:

  1. Het inwonertal: wil Eindhoven echt naar de 300.000 inwoners doorgroeien? En afgeleid daarvan: vinden we 20.000 extra mensen binnen de ring acceptabel?
  2. De focus op studenten, jongeren en kenniswerkers vergt het daadwerkelijk uitbouwen van de voorzieningen voor deze groepen: huisvesting, horeca, het culturele profiel.
  3. Aanvullend hierop is de vraag hoe dat gecombineerd kan worden met de toenemende behoefte bij senioren om van de binnenstad te blijven genieten.
  4. Vervoer: hoe gaan we ervoor zorgen dat de binnenstad (en de binnenring) minder van de automobilist en veel meer van de voetganger, fietser en OV-gebruiker wordt?
  5. Hoe zorgen we ervoor dat de binnenstad logischerwijs kan worden uitgebreid met stadsbuurten als De Bergen en Tramstraatkwartier?
  6. Durven de gemeente en private partijen hun nek uit te steken in publiek-private financiering van grote nieuwe projecten, zoals de komst van een nationaal Technologie Museum?

Dat laatste is meteen een aanzet tot het vervolg: de verdere invulling en uitvoering van de binnenstadsvisie kan volgens de onderzoekers immers niet een exclusieve taak van de gemeente zijn. Daarvoor is de deelname van bedrijfsleven en andere maatschappelijke partners minstens zozeer gewenst.

20150421_112307De eerste stap is vanavond. Aanvankelijk was het de bedoeling om nog voor de zomer de Binnenstadsvisie zelf op papier te hebben, maar of dat gaat lukken is nog maar de vraag. Dat ligt niet alleen aan de zware principiële knopen en de complexiteit van het dossier, maar zeker ook aan de noodzakelijke betrokkenheid van externe partners in dit proces.

Dit was het slot van een korte serie over de ‘position paper’ die moet leiden tot een nieuwe Binnenstadsvisie. Alle afleveringen zijn hier terug te lezen.