©Cultural and Creative Cities Monitor
Author profile picture

Een van de belangrijkste veranderingen die onze relatie met technologie bepalen is de rol die machine-intelligentie gaat spelen in een stedelijke samenleving. Die intelligentie belooft bij te dragen aan sociale structuren, efficiënte en duurzame samenleving. Maar het beïnvloedt ook de vorm van mobiliteit, hoe we goederen distribueren, en hoe we voedsel produceren. En wordt het er eigenlijk wel leuker op, in het samen-leven? De vraag is: hoe geven we vorm aan diensten die door iedereen in een stad gebruikt kunnen worden, en welke impact heeft dat op sociale structuren.

Deze vragen inspireren het onderzoek van het field lab Cities of Things, als onderdeel van het meerjarige Creative Embassy Amsterdam-München programma. De topsector Creatieve Industrie werkt al een paar jaar aan het vormen van een Nederlands-Duitse community. Het eerste field lab gaat op 11 oktober in München van start met de ondertekening van een intentieverklaring door de gemeenten Amsterdam en München (wethouder Everhardt uit Amsterdam en referent Baumgartner uit München), en met verschillende Duitse en Nederlandse partners. Dat vormt een opmaat voor een roadmap voor dit crosscountry fieldlab programma met Duits-Nederlandse partners.

Toekomstconcepten voor het stadsleven

Samen onderzoekt men toekomstconcepten voor het stadsleven, om te vergelijken welke oplossingen in een Münchense context anders zouden zijn dan in een Amsterdamse context. Denk aan het vraagstuk wat de juridische status is van een autonome bezorgdienst. Zal het ooit zover komen? Men denkt van wel.

Vragen zijn mooi, maar antwoorden moeten we samen bedenken. Als partijen dat in Amsterdam en München samen doen, betekent dat dat er oplossingen zouden kunnen komen die ook voor andere Europese steden werkzaam zouden kunnen zijn.

Een paar vragen die aan bod komen bij de start van het field lab:

  • Hoe beïnvloedt het idee van samen een auto gebruiken, maar ook de hoeveelheid bestelwagens de dynamiek in een woonwijk in een stad?
  • Zouden we lokale voedselproductie in verticale ‘farms’ kunnen organiseren, als onderdeel van het buurt-ecosysteem?
  • Hoe kunnen inwoners van steden – jong en oud – profiteren van diensten, waar ze bijvoorbeeld ook elkaars gereedschap en boeken kunnen lenen?
  • En hoe stimuleren dat soort diensten dan echt het samenlevingsgevoel?

Dit soort ‘samen’ ideeën passen mooi in een nieuw te bouwen buurtschap of wijk, maar wat is er mogelijk in dichtbevolkte wijken in bestaande steden waar ruimtegebrek is? De steden München en Amsterdam willen van elkaar leren en kennis uitwisselen. De infrastructuur en het ecosysteem zijn immers in beide steden anders. De menselijke maat is dezelfde.

‘Buurthub’ als knooppunt van elementen

Er zijn diverse niveaus: de stadsinfrastructuur, het niveau van de inwoner, en het beleidsniveau. Een ‘buurthub’ in een wijk zou een knooppunt van diverse elementen kunnen zijn, van voedsel, tot pakketontvangst, en van een oplossing voor ‘the last mile delivery’. Want hoeveel bezorgers rijden er niet op een dag door een enkele straat. Dat moet toch anders kunnen? Daar zou geregisseerd kunnen worden. En er kan naar efficiency en verantwoordelijkheid worden gekeken. De discussie in de eerste workshop in het fieldlab City of Things, die in de middag van 11 oktober in München wordt gehouden, zegt ook iets over de impact van toekomstige ontwikkelingen. Diverse partijen zijn hier mee bezig. Van aanbieders van mobiliteitsoplossingen tot financiële instellingen, en van logistieke bedrijven tot energieaanbieders en de woningbouw. En vooral… de inwoner van een wijk zelf.

De samenwerking tussen Amsterdam en München biedt de mogelijkheid om bij te dragen aan veerkrachtige innovatie en een toekomstbestendige stad, Allemaal mooie woorden. Daarom eerst de eerste discussie in het field lab Cities of Things en de Intentieverklaring tussen Amsterdam en München.

Samen prototypes bouwen

Het Cities of Things field lab verkent de mogelijkheden in toekomstige steden, waar we samenleven met intelligente ‘dingen’. Dit schept nieuwe kansen, maar het beïnvloedt ook het stadsleven en hoe je de samenleving als inwoner ervaart. Hopelijk is het echt mogelijk om als Duitsers en Nederlanders samen prototypes te bouwen voor bepaalde stedelijke technische en infrastructurele vraagstukken. De partners van Creative Embassy maken samen een start in het field lab Cities of Things om innovaties in steden onder de loep te nemen. Want een field lab is een mooie drager voor dit type discussies. Een grensoverschrijdende samenwerking en lerende houding ten opzichte van elkaars Duitse en Nederlandse specialismen is belangrijk in zo’n field lab samenwerking. Er zijn immers zoveel verschillende gezichtspunten. Nauwe samenwerking tussen beide steden en hun gemeenschappelijke onderzoek en dialoog zou zomaar relevantie oplossingsrichtingen kunnen opleveren.

Met dank aan de samenwerking en tekst van Iskander Smit (Cities of Things, TUDelft) en Frieke Meijer-Schepman (gemeente München)