Author profile picture

Een elektrische bus die toch moet tanken, hoe kan dat? Eindhovense studenten van de TU/e presenteren morgen ’s werelds eerste systeem dat mierenzuur omzet in elektriciteit. Een veilig en relatief goedkoop systeem om de transportsector duurzamer te maken.

De afgelopen anderhalf jaar werkten de 35 studenten van team FAST aan het project. Wat begon met een schaalmodel is ontwikkeld tot een werkende bus van het Eindhovense bedrijf VDL. Deze manier van duurzaam, veilig en relatief goedkoop elektrisch rijden zou weleens de toekomst kunnen worden. “De elektrische bussen van tegenwoordig staan te pas en te onpas stil, dat gebeurt met deze bus niet. Je kunt gewoon zo ver rijden als dat je brandstof tankt,” legt Yela Weitkamp, die verantwoordelijk is voor het chemische deel van de ontwikkeling van het systeem.

Het systeem
Team Fast ontwikkelde een systeem dat mierenzuur, officieel Hydrozine genoemd, splitst in waterstof en CO2. De waterstof wordt vervolgens gebruikt om elektriciteit op te wekken waarmee de bus wordt aangedreven. Hydrozine is een goedkoop en veilig alternatief om waterstof in te vervoeren. De CO2 die ontstaat bij de splitsing wordt ook gebruikt bij de productie ervan, waardoor de CO2 uitstoot onder de streep nul is. Weitkamp: “De verbranding van Hydrozine is een gesloten proces, dat wat erin gaat aan water en CO2, wordt ook weer verbruikt. Op deze manier is de brandstof dus nooit op.” Daarnaast is het een mogelijkheid om groene energie op te slaan, iets wat op dit moment nog niet mogelijk is. “Wanneer je groene energie opslaat in de Hydrozine, kan deze op een later tijdstip op een groene manier weer verbruikt worden.”

“Dit kan de transportsector volledig veranderen naar een duurzaam alternatief, het haalt een groot deel van de CO2 uitstoot in één keer weg”Yela Weitkamp, Team FAST

Dit alles zit in een kleine trailer, door de studenten ‘REX’ genoemd, die achter de bus wordt gemonteerd. REX is de afkorting van ‘range extender’, omdat de trailer als losstaand onderdeel het bereik van de bus vergroot. De brandstof die bestaat uit 99% mierenzuur en een stof die de prestaties bevordert, is door de studenten zelf uitgevonden. “Het is begonnen met een project op de TU/e. Een groep studenten maakte een mini auto’tje dat op hydrozine heel langzaam reed. Maar toen hebben zij dus ontdekt dat het mogelijk is. Zodoende is het steeds verder gegroeid,” legt hij uit.

Het materiaal
Deze manier van energie opwekken vraagt natuurlijk wel om een aantal materiële aanpassingen in de bussen en tankstations, maar deze zijn relatief makkelijk te verwezenlijken. Omdat mierenzuur vloeibaar is, zijn er maar kleine aanpassingen nodig aan de tankstations. “Het mooie aan technologie is dat je zo veel mogelijk wil veranderen zonder veel te veranderen. Dat zie je hierin terug. We veranderen eigenlijk de complete manier van tanken van een verbrandingsmotor naar dit systeem, maar voor de consument blijft tanken hetzelfde. Daar gaat het vooral om.”

Het systeem is niet voor elk voertuig geschikt. “Een auto die gebruikt wordt om te gaan werken kan heel makkelijk en veel aan de lader, dus dat is een prima oplossing. Maar met een bus of een vrachtwagen die lange afstanden moet rijden is dat soms lastiger, dus dan is ons systeem erg handig.” Het kan volgens hem grote veranderingen te weeg brengen. Weitkamp: “Dit kan de transportsector die nu nog op fossiele brandstof rijdt, volledig veranderen naar een duurzaam alternatief. Dan haal een groot deel van de uitstoot die in het vervoer zit in één keer weg.”

Toekomstplannen
Dit is het eerste prototype, maar de ontwikkeling gaat door. “Het is natuurlijk de bedoeling dat we nog meer gaan testen en ons prototype verder gaan optimaliseren. We hebben bijvoorbeeld ontdekt dat verschillende onderdelen veel kleiner en lichter kunnen, waardoor het makkelijker te gebruiken is.” Omdat het systeem in een trailer staat, is het ook mogelijk deze voor andere doelen te gebruiken. “Dit systeem is ook te gebruiken als een duurzame aggregaat, of als opslagplaats voor groene energie.” Wanneer het systeem echt op de markt kan komen, is volgens Weitkamp nog niet te zeggen. “Het is een lang en ingewikkeld proces, maar het resultaat is langzaam te zien.